Dienst omgeving. OMV Sportpleinstraat (2022.163.SE_2022119670). PROJ/20-02. Goedkeuring zaak der wegen in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag.
OZ.5. Dienst omgeving. OMV Sportpleinstraat (2022.163.SE_2022119670). PROJ/20-02. Goedkeuring zaak der wegen in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag.
De gemeenteraad,
Voorgeschiedenis
● Op 28 februari 2023 werd na doorsturing door de provincie Vlaams-Barbant, door de gemeente Wezembeek-Oppem een omgevingsvergunningsaanvraag ontvangen zoals ingediend door het gemeentebestuur van de gemeente Wezembeek-Oppem, vertegenwoordigd door Frédéric Petit en Karmen Middernacht (OMV_2022119670).
Binnen deze omgevingsvergunningsprocedure werden twee openbare onderzoeken georganiseerd naar aanleiding van toepassing van de administratieve lus, dit zijnde een eerste maal van 25 april 2023 t.e.m. 24 mei 2023 en een tweede maal van 4 juli 2023 t.e.m. 2 augustus 2024.
Binnen deze procedure werd een beslissing aan de gemeenteraad over de ‘zaak van de wegen’ gevraagd in toepassing van artikel 31, §1 van het Omgevingsvergunningsdecreet, aangaande de beoogde wijzigingen aan de Sportpleinstraat. Door de gemeenteraad werd een positieve beslissing genomen op 18 september 2023.
In navolging hiervan werd de vergunning in eerste aanleg voorwaardelijk verleend door het college van burgemeester en schepenen in de zitting van 27 september 2023.
● Tegen de verleende omgevingsvergunningsbeslissing werd een administratief beroep ingesteld op 3 november 2023, waardoor thans de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant bevoegd is in graad van beroep om zich uit te spreken over de vergunningsverlening.
● Gelijktijdig met voormeld beroepschrift werd eveneens een administratief beroep ingesteld tegen de beslissing over de ‘zaak van de wegen’ van de gemeenteraad van 18 september 2023, waarbij de zaak aanhangig gemaakt werd bij de Vlaamse Regering. In afwachting van een uitspraak hierin werd de omgevingsvergunningsprocedure geschorst in toepassing van artikel 31/1, §1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.
Per Ministerieel besluit van 19 januari 2024 werd door de bevoegd Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, mevr. Lydia Peeters, beslist om de gemeenteraadsbeslissing van 18 september 2023 houdende de ‘zaak van de wegen’ te vernietigen.
● In navolging hiervan werd de omgevingsvergunningsprocedure (OMV_2022119670) hervat en werd aan de gemeenteraad van de gemeente Wezembeek-Oppem op 23 juni 2024 gevraagd om een nieuwe beslissing te nemen aangaande de ‘zaak van de wegen’.
Feiten en context
De omgevingsvergunningsaanvraag beoogt het bouwen van een nieuwe cafetaria, herinrichting van de sportterreinen en de aanleg van een parking en wegenis met betrekking tot een terrein gelegen te Sportpleinstraat 20, kadastraal gekend als zijnde Afdeling 2, Sectie D, nrs. 109 A6, 109 C6 en 128 W2.
A. Beschrijving van de locatie
De site heeft een oppervlakte van ca. 26.651 m² en is gelegen in het binnengebied gevormd door de Sportpleinstraat, de Taxusdreef, de Raymond Hernalsteenstraat, de Bosweg en de Madeliefjeslaan. De site is aan de noordzijde bereikbaar via een toegangsweg in kasseien vanaf de Sportpleinstraat. Deze toegangsweg is zowel de inrit als de uitrit voor de site en mondt uit op een geasfalteerde parking. Achter de parking bevindt zich de huidige voetbalkantine met kleedkamers.
Er is ook een tweede, onverharde toegang vanaf de Sportpleinstraat aan het zuiden van het terrein, dit ter hoogte van Sportpleinstraat 66-70. Langs de zuidoostkant, de kant van de Bosweg, grenst de sportsite aan het schoolterrein van de Franstalige gemeentelijke basisschool. Vanaf de kantine loopt ook een pad naar het terrein van de basisschool in de Bosweg.
Verder wordt de site omringd door achtertuinzones van woningen. Langs de achtertuinzones van de woningen langs de Sportpleinstraat, ligt een losweg. Deze losweg is grotendeels niet in gebruik en niet duurzaam verhard, met uitzondering van het deel dat wordt gebruikt als auto-inrit naar de parking toe. Twee woningen gelegen langs de Sportpleinstraat hebben een garage in de achtertuin, die bereikt wordt via de losweg.
Op het terrein zijn twee voetbalvelden, met noordwest-zuidoost oriëntatie, parallel naast elkaar geplaatst. Het veld langs de kantine is een gewoon grasveld, het veld aan de zuidkant (Madeliefjeslaan) bestaat uit kunstgras.
Tussen de losweg en de voetbalvelden bevindt zich een groenbuffer van zowel hoogstammige als laagstammige bomen.
B. Beschrijving van de omgevingsvergunningsaanvraag
De omgevingsvergunningsaanvraag heeft als doel om de sportinfrastructuur op de site te vernieuwen en naast gebruik voor voetbal ook gebruik voor hockey toe te laten.
De werken kunnen beknopt worden samengevat als volgt:
● de vernieuwing van het voetbalveld in kunstgras, dat op de huidige locatie behouden blijft.
● de aanleg van een nieuw hockeyveld parallel langs de kadastrale grens met het schoolterrein.
● de sloop van de kantine en de bouw van een nieuwe kantine centraal op de site.
● de heraanleg en uitbreiding van de parking.
● de inrichting van een speelweide tussen de nieuwe kantine en de parking.
● en tot slot de aanleg van een gemeenteweg met eenrichtingsverkeer, waarbij de zuidelijke toegang vanaf de Sportpleinstraat de inrit wordt en de noordelijke toegang tot de Sportpleinstraat als uitrit wordt gebruikt.
Tevens word er melding gemaakt van een IIOA klasse drie, rubriek 16.3.2° a). Het betreft de plaatsing van een warmtepomp.
C. Beschrijving van de nieuwe en gewijzigde gemeentewegen
De Sportpleinstraat zal aan de noordzijde en de zuidzijde voorzien in een aansluiting op de nieuwe gemeenteweg, waarbij de noordzijde zal voorzien in een uitrit voor de nieuwe gemeenteweg en de zuidzijde zal voorzien in een inrit naar de nieuwe gemeenteweg en de daar gelegen sportterreinen en cafetaria. De nieuwe gemeenteweg zal ingericht worden voor eenrichtingsverkeer.
Zodoende wordt doorheen de sportsite voorzien in een gemeenteweg in de vorm van een karrenspoor. De totale breedte van het karrenspoorgedeelte bedraagt 3 m. De centrale groenstrook binnen dit karrenspoor is 0,60 m breed. Om de 10 m worden beide karrenspoorstroken, die in polybeton worden voorzien, terug met elkaar verbonden en wordt de groenstrook voor een lengte van 1,50 m opgeheven. Dit is in functie van de integrale toegankelijkheid. Langs weerszijden van het karrenspoor worden er uitwijkstroken in gefundeerd gras voorzien, zodat de totale wegbreedte 4 m bedraagt, met uitzondering van plaatselijke versmallingen ter hoogte van de inrit en uitrit. Het hemelwater dat op deze karrenspoorstroken valt, watert af in de omliggende groenzones.
De inrit wordt voorzien met een rooilijnbreedte van 4,09 m breedte. De uitrit van de nieuwe sportsite wordt voorzien van een rooilijnbreedte van 6,00 m.
De nieuwe weg wordt een eenrichtingsstraat. De weg wordt op een afstand van ca. 10 m van de achtertuinen van de woningen langs de Sportpleinstraat gelegd. De bestaande groenbuffer blijft zo goed mogelijk behouden om de achtertuinen van deze nieuwe weg af te schermen. Een aantal bomen dient te worden gekapt, maar de groenbuffer zal worden verdicht met bijkomende streekeigen beplantingen. Langs de achtertuinzones wordt een onverhard kruiwagenpad voorzien van 1,60 m breed. Dit is de wettelijke breedte van voetweg 44.
Het grootste deel van de weg wordt dus uitgevoerd met een karrenspoor, met uitzondering van deze plaatsen (in volgorde van de rijrichting):
● langs een parkeerstrook met vier rolstoeltoegankelijke parallele parkeerplaatsen
● langs de Kiss&Ride zone met 4 plaatsen, naast de kantine
● langs de inrit van twee vrijstaande garages in de achtertuinen van Sportpleinstraat 26 en 28.
De parking in het noorden van de site wordt uitgebreid tot een T-vormige oppervlakte en zal in totaal 67 plaatsen hebben, waarvan 60 gewone plaatsen, 5 met elektrisch oplaadpunt en 2 voorbehouden plaatsen. Met de bovenvermelde K&R plaatsen en 4 voorbehouden plaatsen langs de weg zelf, komt dit op een totaal van 75 plaatsen voor de gehele site.
De nieuw aan te leggen weg met groenbuffer, de parking en het pad naar de Franstalige basisschool zullen tot het openbaar domein behoren.
D. Wijziging van de projectinhoud
Naar aanleiding van het verslag van de Provinciale Omgevingsambtenaar, heeft de gemeente op 13 juni 2024 enkele aanpassingen doorgevoerd aan het project. De nieuwe projectinhoudversie werd door de provincie aanvaard op 24 juni 2024. De wijzigingen, waarvan sommigen leidden tot een aangepaste rooilijn, kunnen beknopt worden samengevat als volgt:
● De wadi’s langs de perceelsgrenzen worden verplaatst naar de rand van de speelweide. De rooilijn werd hieraan aangepast, zodat de wadi’s binnen het openbaar domein blijven.
● het hockeyveld werd 1 m dichter naar het voetbalveld verschoven, waardoor de bufferzone tussen de parking en de percelen langs de Bosweg en de Taxusdreef vergroot wordt. Deze bufferzone maakt deel uit van het toekomstig openbaar domein. Het wegdeel voor de trage verbinding tussen de parking en het schoolterrein is nu 1 m breder.
● De rand van het hockeyveld werd uitgelijnd met het voetbalveld, waardoor het ca. 3,20 m verder van de school ligt.
● Rondom de randen van het projectgebied worden de verhardingen verminderd zodat de groenbuffers langs de perceelsgrenzen groter zijn.
● Er werden langs en in de nieuwe kantine aanpassingen gedaan in functie van integrale toegankelijkheid.
● De fietsenstallingen aan het gebouw worden aangepast zodat er meer ruimte is voor buitenmaatse fietsen.
Juridische gronden
● Omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014, in het bijzonder artikel 31.
● Uitvoeringsbesluit (Omgevingsvergunning) van 27 november 2015.
● Gecodificeerde decreten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
● Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Advies
adviesinstantie | ontvangst advies | advies |
ASTRID | 09 mei 2023 | voorwaardelijk gunstig |
ASTRID | 5 februari 2024 | voorwaardelijk gunstig |
ASTRID | 24 juni 2024 | voorwaardelijk gunstig |
Fluvius | 26 mei 2023 | voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Vlaams-Brabant West | 16 mei 2023 | voorwaardelijk gunstig |
Inter (toegankelijk Vlaanderen) | 15 mei 2023 | ongunstig |
Inter (toegankelijk Vlaanderen) | 24 juli 2023 | ongunstig |
Inter (toegankelijk Vlaanderen) | 9 augustus 2024 | gunstig |
VMW | 26 april 2023 | geen advies |
VMW | 6 februari 2024 | geen advies |
VMW | 9 juli 2024 | geen advies |
De Watergroep | 9 juni 2023 | gedeeltelijk gunstig |
Riopact | 9 augustus 2023 | voorwaardelijk gunstig |
Argumentatie
A. Inleiding
Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen kan de wijziging aan het gemeentelijk wegennet, zoals een wijziging of aanleg van een nieuwe gemeenteweg, met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.
Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten van artikel 16 van het Decreet Gemeentewegen, en voor zover de wijziging past binnen de realisatie van de bestemming van de gronden.
De vergunningsaanvrager, het gemeentebestuur van Wezembeek-Oppem, heeft hiervan gebruikgemaakt om binnen de omgevingsvergunningsaanvraag houdende de herinrichting van de sportsite en een nieuwe gemeenteweg aan te leggen, zodanig dat een verkeerscirculatie gecreëerd kan worden met een eenrichtingskarakter. Zodoende wordt doorheen de sportsite voorzien in een gemeenteweg met een wegenisprofiel van 3,00 meter aangelegd in de vorm van een karrenspoor. Langs weerszijden van het karrenspoor wordt er gefundeerd gras voorzien, zodat de totale wegbreedte 4 m bedraagt, met uitzondering van plaatselijke versmallingen ter hoogte van de inrit en uitrit.
Daarnaast voorziet de vergunningsaanvraag in de bestendiging van voetweg nr. 44 (kruiwagenpad), waarbij de wettelijk ingeschreven breedte van 1,60 meter breedte in de Atlas der Buurtwegen behouden blijft en voorzien wordt van halfverharding. Tot slot wordt ook voorzien in een verbinding tussen de Bosweg en de sportsite, en bij uitbreiding de Sportpleinstraat, in de vorm van een pad met een breedte van 2,00 meter dat aansluit op het klinkerpad ter hoogte van de Franstalige gemeentelijke basisschool (met een rooilijnbreedte van 4,28 meter).
Het hockeyveld werd 1 m dichter naar het voetbalveld verschoven, waardoor de bufferzone tussen de parking en de percelen langs de Bosweg en de Taxusdreef vergroot wordt. Deze bufferzone maakt deel uit van het toekomstig openbaar domein.
Daartoe dienen de rooilijnen van deze nieuwe gemeenteweg vastgelegd worden, evenals dienen de rooilijnen vastgelegd te worden van het pad richting de Franstalige gemeentelijke basisschool, de openbare parking en de openbare padenstructuur die voorzien zal worden rondom de cafetaria en rondom de sportvelden.
De aanleg van de nieuwe gemeenteweg en de aanpassing van de huidige bestaande toegangswegen naar de sportsite is nodig om de bestaande sportsite te herwaarderen en te zorgen voor een adequate, verkeersveilige en voldoende dragende weginfrastructuur zodanig dat de site voldoende bereikbaar wordt zonder enige mobiliteitsproblemen te veroorzaken in de Sportpleinstraat, of omringende gemeentewegen.
De huidige toegangswegen zijn niet geschikt om te voorzien in een veilige verkeersafwikkeling van de sportsite en worden daarom gewijzigd. In plaats van één toegangsweg die dienst doet als zowel in- en uitrit, wordt ervoor geopteerd om beiden te splitsen. De huidige bestaande verharde toegangsweg, ten noorden/oosten van de sportsite, wordt ingericht als uitrit en de lager gelegen, onverharde, toegangsweg zal ingericht worden als inrit. Zodanig het verkeer te spreiden over twee toegangswegen en de verkeersveiligheid te versterken.
Naast de aanleg van een nieuwe gemeenteweg, bedoeld om te site te ontsluiten via eenrichtingsverkeer, wordt ook voorzien in een padenstructuur rondom de sportsite, zodanig dat wandelaars en fietsers afgescheiden worden van het gemotoriseerd verkeer. Dit is ter hoogte van de in- en uitrit niet mogelijk, waardoor dit deel van de gemeenteweg wordt ingericht conform de richtlijnen voor ‘beperkt éénrichtingsverkeer (BEV)’ van het Vademecum voor fietsvoorzieningen van juli 2022. Dit zijn straten met eenrichtingsverkeer, uitgezonderd voor fietsers. In de beschrijvende nota wordt occasioneel gebruik gemaakt van de term ‘fietsstraat’, omdat dit een ingeburgerde term is die duidelijk maakt dat fietsers en voetgangers de belangrijkste weggebruikers zullen zijn.
Gelet op het voorgaande bestaat de doelstelling erin om te komen tot een herwaardering van de sportsite, waarbij de bestaande mobiliteitsbekommernissen en het tekort aan parkeerplaatsen adequaat opgevangen wordt. Waarbij aandacht besteed wordt aan de verkeersveiligheid voor alle weggebruikers, alsook de toegankelijkheid. Zodanig de sportsite een sociale en recreatieve functie kan uitoefenen die de gemeenschap samenbrengt.
Het aanvraagdossier bevat hiertoe een rooilijnplan dat voldoet aan de vereisten van artikel 16, §2 van het Decreet Gemeentewegen, gelet het rooilijnplan de bestaande en toekomstige rooilijn(en) weergeeft van de bestaande gemeenteweg, de nieuwe gemeenteweg en padenstructuur, alsook van de bestaande voetweg nr. 44 (conform de inschrijving in de Atlas der Buurtwegen).
Het rooilijnplan bevat tevens de kadastrale vermeldingen en gegevens van de ‘getroffen’ percelen alsook de omringende kadastrale percelen. Het rooilijnplan bevat geen weergave van de eigenaarsgegevens, noch van een begroting van de minwaardevergoeding overeenkomstig artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen, doordat de gronden in eigendom toebehoren aan de gemeente Wezembeek-Oppem. Gelet de ‘minwaardevergoeding’ overeenkomstig artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen verschuldigd is aan de gemeente, kan hiervan in casu geen sprake zijn.
Vervolgens bepaalt artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet dat de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen over de wijziging van de gemeenteweg, hier de voetweg nr. 47. Hetgeen impliceert dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.
Verwezen wordt hiervoor naar de principes en doelstellingen uit het Decreet Gemeentewegen die gelden voor iedere wijziging van gemeentewegen:
“Art. 3
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”
“Art. 4
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”
Waarbij ingevolge artikel 31, §1, 2de lid van het Omgevingsvergunningsdecreet tevens rekening gehouden moet worden met het gemeentelijk beleids- en afwegingskader zoals bedoeld in artikel 6 van het Decreet Gemeentewegen, in zoverre de gemeente Wezembeek-Oppem dit vastgesteld zou hebben. Op 18 december 2023 werd het gemeentelijk mobiliteitsplan goedgekeurd, waarin enkele beleidsoverwegingen opgenomen werden. Als zodanig zal hiermee in de mate dit relevant is, rekening gehouden worden.
Het is in het licht van deze principes en doelstellingen dat de beoogde wijziging zal worden onderzocht.
Tot slot geldt overeenkomstig artikel 32, §6 Omgevingsvergunningsdecreet dat een vergunning voor aanvragen met de wijziging van een gemeenteweg, slechts verleend kan worden na de goedkeuring van de wijziging van de gemeenteweg door de gemeenteraad.
B. Algemeen
Zoals reeds eerder toegelicht, bestaat de voorliggende wijziging van het gemeentelijk wegennet erin om tot een herwaardering van de sportsite in de Sportpleinstraat te komen, waarbij voorzien wordt in een verkeersveilige ontsluiting en in voldoende parkeerplaatsen. Waarbij toegankelijkheid, comfort, bereikbaarheid, veiligheid en integratie centraal komen te staan, met evenzeer de bestendiging van de trage verbinding tussen de Sportpleinstraat en de Bosweg langs de Franstalige gemeentelijke basisschool.
Daarbij zal een nieuwe gemeenteweg aangelegd worden, dit met een breedte van 4,00 meter, waarbij de rooilijn voldoende breed voorzien wordt zodanig een nieuwe padenstructuur aangelegd kan worden, de toegankelijkheid gegarandeerd kan worden en de sportsite een plaats kan worden waar de gemeenschap sociaal en recreatief kan samenkomen en integreren.
Om dit te realiseren is ervoor gekozen om te voorzien in de aanleg van een nieuwe gemeenteweg, waarbij de huidige gebundelde ontsluiting langs de Sportpleinstraat 16-20 ontdubbeld wordt in een inrit langsheen de Sportpleinstraat 66-70 en in een uitrit langs de Sportpleinstraat 16-20. Beide ontsluitingen worden voldoende breed ingericht zodanig een gemengd verkeer tussen gemotoriseerd verkeer en trage weggebruikers kan optreden.
Om dit te realiseren werd gekozen voor een wegenis in het profiel van een karrenspoor, omdat dit het gemotoriseerd verkeer zal afremmen en het tevens onmogelijk zal maken om trage weggebruikers te passeren. Om dit te bestendigen zullen zowel de inrit als de uitrit, en de nieuwe gemeenteweg, ingericht worden volgens de principes van een fietsstraat zodanig de trage weggebruikers steeds voorrang zullen hebben.
De wegenis wordt zo ingericht dat deze voldoende toegankelijk wordt voor alle weggebruikers, waarbij de padenstructuur die aansluit op deze nieuwe gemeenteweg zal zorgen voor een doorwaadbaarheid van het gehele gebied, zodanig de integratie van de gemeenschap gerealiseerd wordt.
De bestaande voetweg, zijnde voetweg nr. 44, wordt behouden doch zal een duidelijkere plaats krijgen in het wegenisbeeld, waarbij de bestaande wettelijke breedte behouden blijft (1,60 meter) en dit voornamelijk zal dienen als ontsluiting voor de tuinen van de woningen te Sportpleinstraat, of in voorkomend geval als alternatieve verbinding langsheen de aanwezige groenbuffer voor de weggebruikers.
Bovendien worden er in totaal 75 parkeerplaatsen voorzien, bestaande uit een parking in het noorden van de sportsite in de vorm van een T-vormige oppervlakte, waar 67 plaatsen voorzien worden, waarvan 60 gewone parkeerplaatsen, 5 parkeerplaatsen met een elektrisch oplaadpunt en 2 voorbehouden plaatsen. Tot slot wordt er naast de kantine voorzien in een Kiss&Ride zone met 4 plaatsen met bovendien vier rolstoeltoegankelijke parkeerplaatsen langs de nieuwe gemeenteweg in de buurt van de inrit.
Overeenkomstig de mobiliteitsstudie opgesteld door VECTRIS blijkt dat, indien ingezet wordt op een modal shift, waarbij het aantal voertuigbewegingen daalt en omgezet wordt in trage weggebruikers, een totaal aantal van 68 parkeerplaatsen hiertoe zou volstaan. Echter worden er 75 parkeerplaatsen voorzien, 71 zonder de Kiss&Ride parkeerplaatsen, hetgeen voldoende is.
Gelet zich ten zuiden van het projectgebied de Franstalige gemeentelijke basisschool bevindt, zal de nieuwe heringerichte sportsite, met bestendiging van de bestaande trage verbinding vanaf de Bosweg, voorzien in een trage padenstructuur zodanig het schoolverkeer op veilige wijze kan ontsluiten. Waarbij steeds voorrang verleend zal worden aan de trage weggebruikers.
Gelet op het voorgaande en gelet op de beoogde inrichting is het minder opportuun om de verkeersafwikkeling van de gehele sportsite te ontsluiten langs een gezamenlijke in- en uitrit, zoals ook blijkt uit de mobiliteitsstudie zoals opgesteld door VECTRIS. Immers kan de veilige verkeersafwikkeling in de omringende gemeentewegen pas gegarandeerd blijven indien de in-en uitrit ontdubbeld worden.
De site wordt niet doorkruist door het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, maar wel wordt er aandacht besteed aan de trage weggebruikers zodanig de modal shift van gemotoriseerd verkeer kan plaatsvinden. Bovendien wordt er een fietsenstalling voorzien voor 50 fietsen, waarvan 44 voor gewone fietsen en 6 voor buitenmaatse fietsen. Daarbij wordt voorzien in een afstand van 1 meter tussen de fietsbeugels conform het vademecum van fietsvoorzieningen van juli 2022, waarbij voldoende vrije ruimte gelaten wordt om manoeuvres uit te voeren.
Mede daarom wordt de nieuwe gemeenteweg, alsook de in- en uitrit, ingericht volgens de principes van een fietsstraat in de vorm van beperkt eenrichtingsverkeer. Er is onvoldoende beschikbare ruimte om op de site een officiële fietsstraat aan te leggen conform de principes van het vademecum (zoals wel voorzien is de Sportpleinstraat zelf), maar de veiligheid van fietsers en voetgangers is prioritair op de site. Het is mede deze insteek die geleid heeft tot de beslissing om de wegenis in te richten in de vorm van een karrenspoor. Dit ontmoedigt het gemotoriseerd verkeer immers om inhaalbewegingen te maken als een van beide sporen in gebruik zijn.
Met de recente goedkeuring van het mobiliteitsplan op 18 december 2023 beschikt de gemeente Wezembeek-Oppem over een beleidskader waarin de toekomstige visie van het gemeentelijk wegennet opgenomen wordt. Hieraan werd aan actiekader toegevoegd, waarin de beoogde beleidsontwikkelingen voor de gemeente opgenomen werden. Het bovenste actiepunt binnen dit kader is het herinrichten van de sportsite aan de Sportpleinstraat, met als doelstelling de bereikbaarheid te verbeteren.
Daarnaast voorziet het mobiliteitsplan ook in de doelstelling om te zorgen voor een verkeersveilig, leefbaar en toegankelijk, milieuvriendelijk en vlot gemeentelijk wegennet, waarbij het trage wegennetwerk belangrijk geacht wordt om een functioneel wegennetwerk te realiseren. Gelet met voorliggend project tevens voorzien wordt in het herwaarderen en herbevestigen van het trage wegennetwerk door opnieuw te voorzien in een functionele, praktische en verkeersveilige ontsluitingswijze, wordt deze doelstelling gerealiseerd.
Gelet op de doelstellingen die gerealiseerd worden met voorliggende wijziging aan het gemeentelijk wegennet, kan het voorliggend rooilijnplan en de inhoud daarvan worden goedgekeurd, net zoals de voorziene ligging en breedte van de gemeenteweg.
C. Algemeen belang
Overeenkomstig art. 4, 1° Decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.
Voorliggend rooilijnplan tot wijziging van de Sportpleinstraat, de aanleg van een nieuwe gemeenteweg en de bestendiging van een trage verbinding vanaf de Bosweg, strekt ertoe om bij de herinrichting van de sportsite te komen tot een verkeersveilige en bereikbare sportsite.
Waarbij de sociale en recreatieve functie van het sportterrein ertoe kan leiden dat de gemeenschap van de gemeente Wezembeek-Oppem naar elkaar toe groeit en integreert. Waarbij aandacht besteed wordt aan de verkeersveiligheid, doordat het bestaande tekort aan parkeerplaatsen aangepakt wordt, de bestaande ontsluitingsweg ontdubbeld wordt zodanig een beperkt eenrichtingsverkeer gerealiseerd kan worden en er ingezet wordt op de veiligheid van de trage weggebruiker.
Zo wordt ervoor geopteerd om te werken met een karrenspoor, en een beperkt eenrichtingsverkeer, om de trage weggebruikers te beschermen en in te zetten op een modal shift. Waarbij voldoende parkeerplaatsen en een afdoende ontsluiting voorzien worden, zodat de impact op de mobiliteit in de omgeving tot een minimum beperkt wordt.
De belangrijkste doelstelling is om de sportsite opnieuw toegankelijk en bereikbaar te maken, waarbij de bestaande trage verbinding van de Bosweg richting de parking van de sportsite bestendigd wordt en hier formeel het statuut als gemeenteweg aan verleend wordt. Zodanig het trage wegennetwerk uitgebreid wordt en voorzien wordt in een duurzame verbinding die het schoolverkeer van de Franstalige gemeentelijke basisschool ten goede zal komen.
Om dit mogelijk te maken, wordt voorzien in een rooilijnbreedte van 4,09 meter ter hoogte van de nieuwe inrit, 6,00 meter ter hoogte van de nieuwe uitrit en 4,28 meter ter hoogte van de bestendige trage verbinding, zodanig voldoende ruimte beschikbaar is om zowel te voorzien in een voldoende breed wegprofiel als te voorzien in de nodige openbare groenvoorzieningen die kunnen dienen als buffer met de omwonenden.
Daarnaast wordt de rooilijn van de nieuwe gemeenteweg, gelegen tussen de in- en uitrit, zodanig geconcipieerd dat de bestaande voetweg met een breedte van 1,60 meter behouden kan blijven, voorzien wordt in een nieuwe ontsluitende wegenis met een breedte van 4,00 meter en in een groenbuffer en bijkomende padenstructuur, zodanig de gehele sportsite doorwaadbaar en toegankelijk wordt.
Tevens werd het hockeyveld één meter richting het voetbalveld geschoven. Hierdoor zijn we in staat om de bufferzone tussen de parking en de percelen langs de Bosweg en Taxusdreef te vergroten en extra groene buffers te creëren bovenop de bestaande hagen aan deze zijde.
Hieruit volgt dat het bestaande trage wegennetwerk, zoals in de feiten aanwezig, uitgebreid en versterkt wordt door de voorliggende wijziging en aanleg van gemeentewegen, aangezien de doorwaardbaarheid en ontsluitingsmogelijkheden van dit netwerk worden uitgebreid.
Aan de voorliggende herinrichting van de sportsite werd een belangenafweging doorgevoerd met eveneens een analyse van de impact op de verkeersveiligheid met betrekking tot de ontsluitingsmogelijkheden van het projectgebied. Zo werden, zoals toegelicht in de mobiliteitsstudie van VECTRIS, vier scenario’s weerhouden:
● Het behoud van de in-en uitrit langs de bestaande toegangsweg;
● Het inrichten van de bestaande brandweg als inrit en de bestaande toegangsweg als uitrit (huidig scenario);
● Het inrichten van de bestaande brandweg als uitrit en de bestaande toegangsweg als inrit;
● Het inrichten van de brandweg als in- en uitrit voor gemotoriseerd verkeer en het inrichten van de bestaande toegangsweg als verbinding voor fietsers;
Waarbij vanuit een analyse van de verkeersveiligheid steeds geopteerd moest worden voor een gebruik van zowel de bestaande brandweg als de bestaande toegangsweg om het verkeer op te splitsen. Het scenario met splitsing van het gemotoriseerd verkeer en traag verkeer (scenario 4 hierboven) kwam niet als realistisch over. Het vereist namelijk een verbreding van de brandweg om kruisend gemotoriseerd verkeer toe te laten, hetgeen zou leiden tot bijkomende innames. Dit zou een te zware impact hebben op de omringende bewoners.
In plaats daarvan werd geopteerd voor het voorliggende scenario, omdat dit een minder verregaande impact heeft op de omringende eigenaars en omwonend, waarbij de verkeersveiligheid gegarandeerd kan worden voor o.a. fietsers door de wegenis in te richten als conform de principes als een fietsstraat. De nieuwe inrit wordt een tweede conflictpunt, maar dit extra conflictpunt is wel minder gevaarlijk dan het bestaande conflictpunt in de huidige situatie, waarbij één toegang zowel als inrit en als uitrit wordt gebruikt. Vanuit mobiliteitsoogpunt is de keuze voor twee veilige conflictpunten verkiesbaar boven één onveilig conflictpunt. Het gebruik van de zuidelijk gelegen toegang als inrit is bijgevolg een noodzakelijke verkeerskundige ingreep, ook los van het ingediende project.
De twee resterende scenario’s, zoals hierboven aangestipt, vormden een groter risico voor de verkeersveiligheid door een groter aantal conflictpunten, waardoor deze niet weerhouden werden.
Dat er conform de vaststellingen van de mobiliteitsstudie van VECTRIS door het project een bijkomende verkeersdrukte gegenereerd wordt die mogelijks een gering negatief effect heeft op de verkeersdrukte in de Sportpleinstraat, doet geen afbreuk aan de verkeersveiligheid die gegarandeerd wordt aan de weggebruikers van de sportsite en het schoolverkeer dat afstemt van de Franstalige gemeente basisschool.
Gelet op deze vaststellingen, dient de inhoud van het rooilijnplan het algemeen belang, en komt de voorliggende wijziging van de Sportpleinstraat en de aanleg van een nieuwe gemeenteweg ten goede van de gemeente Wezembeek-Oppem, haar inwoners en de doelstelling van een ruimtelijk doordacht wegennet.
D. Uitzonderingskarakter wijziging
Overeenkomstig art. 4, 2° Decreet Gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd moet worden.
Blijkens de memorie van toelichting bij het Decreet Gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.
Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie. Waarbij de voorbereidende werkzaamheden bij het Decreet Gemeentewegen aangeven dat het principe van de Ladder van Lansink gerespecteerd moet worden wanneer mogelijk: behoud, verplaatsing, opheffing.
In voorliggend geval wordt geen opheffing beoogd van een trage verbinding, maar wordt het bestaande trage wegennetwerk (voetweg nr. 44) bestendigd en zelfs uitgebreid (nieuwe padenstructuur en de erkenning van de bestaande informele trage verbinding richting Bosweg), waardoor deze motiveringsplicht in principe niet van toepassing is.
Niettemin wenst de gemeenteraad erop te wijzen dat de keuze voor het voorliggende scenario ingegeven is door een grondig onderzoek naar de bestaande mobiliteitseffecten en de toekomstige mobiliteitseffecten, waarbij een aanpassing van de bestaande ontsluitingsinfrastructuur zich opdringt. Een ontdubbeling van de ontsluiting is immers vereist, zoals ook blijkt uit de mobiliteitsstudie zoals gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag, om de verkeersafwikkeling van de omringende gemeentewegen niet in het gedrang te brengen en een vlotte verkeersafwikkeling mogelijk te maken.
De bestendiging van de trage verbinding naar de Bosweg is noodzakelijk om het statuut als trage weg te verankeren zodanig het schoolverkeer van de Franstalige gemeentelijke basisschool beschikt over een veilige en duurzame verbinding.
Bovendien blijkt uit de mobiliteitsstudie van VECTRIS, zoals voorgaand toegelicht, dat er een doorgedreven alternatievenonderzoek heeft plaatsgevonden en de huidige inrichting de voorkeur geniet.
Gelet de gekozen inrichting voldoende gemotiveerd wordt en gelet de herinrichting van de sportsite van de Sportpleinstraat opgenomen werd in het mobiliteitsplan dat goedgekeurd werd op 18 december 2023, staat afdoende vast dat de voorgenomen wijziging voldoende gemotiveerd wordt vanuit het uitzonderingskarakter.
Zodat de voorgenomen wijziging verantwoord is.
E. Verkeersveiligheid
Overeenkomstig artikel 4, 3° van het Gemeentewegendecreet dient bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet, steeds de verkeersveiligheid in aanmerking te worden genomen.
De voorgenomen herinrichting van de Sportpleinstraat voorziet, conform het alternatievenonderzoek en de belangenafweging zoals toegelicht, in een ontdubbeling van de ontsluiting van de site. Waarbij de bestaande brandweg zal dienen als inrit en de bestaande toegangsweg zal dienen als uitrit.
Op deze wijze wordt met de aanleg van de nieuwe gemeenteweg voorzien in een eenrichtingscirculatie, waarbij deze ingericht wordt volgens de principes van een fietsstraat in de vorm van een beperkt eenrichtingsverkeer. Daartoe werd dan ook geopteerd om de wegenis aan te leggen in de vorm van een karrenspoor, omdat dit het verkeer zal aansporen om een tragere snelheid aan te nemen, alsook bestuurders minder geneigd zullen zijn om trage weggebruikers, en dan in het bijzonder voetgangers, te kruisen. Het kruisen blijft echter nog mogelijk, doordat er zijdelingse uitwijkstroken in gefundeerd gras worden voorzien.
Ter hoogte van de in- en uitrit kunnen er mogelijke conflictpunten ontstaan, doch wordt de zichtbaarheid voldoende gegarandeerd waardoor het risico beperkt wordt tot het uiterste minimum. Zo wordt ter hoogte van de inrit gewerkt met een digitaal telbord zodanig de beschikbaarheid van de parking reeds gecontroleerd kan worden zonder de site op te rijden. Daarnaast is de wegenis voldoende breed om een voldoende zicht te geven op de gebruikers van de wegenis.
Ter hoogte van de uitrit wordt voorzien in een rooilijnbreedte van 6 meter, met een wegprofiel van 4 meter breed, waarbij de uitrijdende weggebruikers voldoende zicht hebben op het aankomende verkeer, zodanig dit conflictpunt eveneens tot het uiterste minimum beperkt wordt.
De nieuwe gemeenteweg voldoet aan de richtlijnen voor ‘beperkt éénrichtingsverkeer (BEV)’ van het Vademecum voor fietsvoorzieningen van juli 2022. Het voorliggende ontwerp heeft immers betrekking op de inrichting van een beperkt éénrichtingsverkeer volgens de principes van een fietsstraat: “Straten met beperkt eenrichtingsverkeer (BEV) zijn straten met eenrichtingsverkeer, uitgezonderd voor fietsers.” .
De ontworpen rijbaanbreedte excl. goten bedraagt minstens 3 m, en dit voor de volledige lengte van de nieuwe weg. Voor rijbanen met deze breedte geldt: “BEV moet verplicht worden toegepast, tenzij er onoverkomelijke veiligheidsrisico’s zijn en/of als er frequent zwaar verkeer in de straat komt (dat hier een bestemming heeft)”. Al vanaf een rijbaanbreedte van 2,60 m is BEV “sterk aangeraden”, waardoor voorliggende breedte een sterk aanraden heeft om een BEV in te richten – hetgeen behaald wordt door dit ook te voorzien.
De weg doorstaat ook de toetsing aan de vormgevingsvereisten van een BEV volgens het vademecum voor fietsvoorzieningen van juli 2022. Er zijn geen parkeerplaatsen aan de linkerzijde van de weg, dit is immers minder veilig. Verhoogde elementen worden aangeraden voor straten met intensiteiten van meer dan 1.000 pae/dag, hetgeen conform de mobiliteitsstudie niet het geval zal zijn. Bovendien wordt de snelheid beperkt tot 30 km/u en worden de kruispunten ter hoogte van de in- en uitrit zo ingericht dat het gemotoriseerd er vertraagt.
Ter hoogte van de inrit van de sportsite is dezelfde breedte als voor de uitrit niet haalbaar, gelet de rooilijnbreedte voor dit terrein – zonder bijkomende innames – maximaal 4,09 meter bedraagt. Waarbij de volledige breedte niet kan gehanteerd worden als wegenisbreedte, gelet op de aanwezige haag die fungeert als groenbuffer tussen de wegenis en de omringende woningen. Echter, het karrenspoorgedeelte blijft minstens 3 m breed, wat zoals reeds vermeld voldoende is voor BEV.
Bovendien is de voorliggende procedure, met toepassing van artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen en artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet, beperkt tot de kadastrale percelen die deel uitmaken van de aanvraag. Waarbij nabijgelegen percelen, zijnde Sportpleinstraat 66 en 77 hier geen deel van uitmaken, waardoor in voorliggende procedure dan ook geen verbreding voorzien kan worden over de vernoemde percelen.
Hoewel dit aldus procedureel uitgesloten is, bestaat de reden waarom niet gewerkt wordt met een verbreding via de ‘zelfstandige procedure’ conform de artikelen 16 – 19 van het Decreet Gemeentewegen uit volgende twee overwegingen:
○ Door de inrit in te richten in de vorm van een karrenspoor, zal het gemotoriseerd verkeer vanwege het vernauwde wegbeeld een lagere snelheid aannemen, voorzichtiger rijden en minder geneigd zijn om een trage weggebruiker in te halen.
Bovendien is er in de toegangsweg voldoende zicht op de weggebruikers die zich voor het voertuig bevinden, waardoor de weggebruiker zich naargelang de omstandigheden adequaat zal kunnen aanpassen.
Waardoor trage weggebruikers, zoals fietsers, nog voldoende ruimte hebben om te kruisen indien dit noodzakelijk zou zijn.
Bovendien wordt getracht de verkeersinstroom te beperken door een digitaal telbord met beschikbare parkeerplaatsen aan de ingang te plaatsen. Hetgeen het aantal gemotoriseerde weggebruikers zal minderen.
○ Anderzijds is het gelet op de voorgaande uiteenzetting duidelijk dat het (beperkt) verbreden van de ingang van de sportsite een onredelijke last en verzwaring zou meebrengen voor de omringende omwonenden.
Zou zouden deze innames tot gevolg hebben dat de eigendomsrechten op onevenredige wijze aangetast zouden worden, gelet de voorliggende inrichting een valabel alternatief uitmaakt.
Waarbij nog steeds de mogelijkheid openstaat om in de toekomst, moest zulks vereist worden, bijkomende flankerende maatregelen te nemen om enig gevoel van onveiligheid weg te nemen. Er is geen reden om aan te nemen dat het feit dat de inrit smaller is dan de uitrit een negatieve impact heeft op de verkeersveiligheid.
Te meer er voldoende onderzoek is gebeurd naar de haalbaarheid van de voorliggende ontsluiting van de projectsite.
Gelet hierop stelt er zich geen probleem met de verkeersveiligheid aangezien de zichtbaarheid, de verkeerssnelheid, de toegankelijkheid en de duidelijkheid van het wegprofiel gegarandeerd worden, zodanig – gelet op het beperkt eenrichtingsverkeer – verkeersconflicten beperkt worden tot het minimale.
Bovendien wordt de wegenis aangelegd in een karrenspoor, met onderlinge verbindingen, doorheen de projectsite waarbij een wegprofiel van 4,00 meter breedte aangehouden wordt waar mogelijk. De rooilijnbreedte wordt voldoende breed genomen zodanig er een trage padenstructuur tot stand kan komen, waaronder de voetweg nr. 44 die zal dienen als ontsluitingsweg voor de tuinen van de omwonenden, hetgeen de doorwaadbaarheid en toegankelijkheid verstrekt.
Hoewel het project voorziet in een toename van de verhardingsgraad, wordt er waar mogelijk ingezet op infiltratie en wordt zo veel als mogelijk gezorgd voor waterdoorlatende verharding. Op de plaatsen waar dit niet mogelijk is, voornamelijk op de nieuwe gemeenteweg, wordt voorzien in een hellingsgraad van 4% zodanig het hemelwater kan afwateren naar de nabijgelegen groenzones die voldoende ruim voorzien worden. De verharding rondom de sportvelden werd gehalveerd, waarbij er enkel een pad is voorzien telkens langs twee van de vier zijden van beide sportvelden.
Bovendien werd, ten gevolge van de meest recente projectinhoudversie, de verharding aan de zijde van de gemeentelijke basisschool verwijderd en werden enkel de dugouts behouden op een afstand van de perceelsgrens van ca. 4,50 meter.
Uit de MER-screeningsnota, alsook de beschrijvende nota, blijkt dat de vergunningsaanvraag voorziet in een adequate afwatering van de wegenis, waarbij voorzien wordt in een voldoende mate aan infiltratie en buffering, waarbij er geen problemen inzake de waterhuishouding verwacht worden. De wadi’s langs de perceelsgrenzen werden vervangen door een centrale wadi tussen de parking en de speelweide, met nodige aanduiding op de inplantingsplannen.
Tot slot wat de mobiliteitsimpact betreft, voorziet de parking die gerealiseerd zal worden binnen de rooilijnen in 75 parkeerplaatsen, verdeeld over 4 voorbehouden parkeerplaatsen, 4 Kiss&Ride parkeerplaatsen en 67 parkeerplaatsen aan de noordelijke zijde van de sportsite.
Deze parkeerplaatsen zijn voldoende ruim waardoor er zich geen risico’s voordoen op het vlak van manoeuvreerruimte. Noch lijken er zich problemen te stellen in het licht van de bestaande en toekomstige parkeerdruk. Conform de mobiliteitsstudie van VECTRIS zouden er, zonder de modal shift meegerekend, in een worst-case scenario 91 parkeerplaatsen vereist worden – hetgeen door de 75 voorziene parkeerplaatsen niet behaald kan worden.
Echter zet het projectgebied in op meerdere trage verbindingen, voldoende fietsenstallingen en een aantrekkelijke trage verbinding met de Bosweg, waardoor conform de mobiliteitsstudie een modal shift zal optreden en er minder gemotoriseerd verkeer zal optreden. Waardoor, dit ingerekend, er een totaal aan 68 parkeerplaatsen vereist zullen zijn, hetgeen ruimschoots behaald wordt met de voorziene 75 parkeerplaatsen. Bovendien zouden er tot 31 fietsparkeerplaatsen vereist worden, hetgeen met de voorziene 50 (waarvan 6 buitenmaatse) ook ruimschoots behaald wordt.
Daarnaast is het voorziene aantal parkeerplaatsen ook voldoende bij de ‘normale’ situaties waarin gebruikt zal worden van de sportsite. Het worst case scenario is niet de normale toestand.
Wat de mobiliteitseffecten betreft, moet opgemerkt worden dat er een toename zou plaatsvinden van 25-30% van de verkeersintensiteit. Gelet de Sportpleinstraat een lokale weg is van het type woonstraat, is er een ‘verkeersleefbaarheid’ t.e.m. 200 pae/u in beide richtingen.
Gelet uit het mobiliteitsprofiel blijkt dat op een gemiddelde werkdag tussen de 800 en 900 voertuigbewegingen plaatsvinden, ligt de mobiliteitsdruk, uitgaande van de piek- en dalmomenten, ruim onder de norm van 200 pae/u. In weekends ligt de verkeersdrukte lager, zijnde met een gemiddeld aantal op zondag rond de 600 voertuigbewegingen per dag, hetgeen eveneens ruimschoots onder de norm van 200 pae/u ligt.
Gelet uit de mobiliteitsstudie blijkt dat er op een doordeweekse werkdag een toename zou ontstaan, op piekmomenten, van 94 pae/u (dit enkel op een woensdag) en op zaterdag/zondag een worst-case piek van 170 pae/u, waardoor de verkeersleefbaarheid weliswaar vermindert op deze tijdstippen, maar globaal genomen voldoende gegarandeerd blijft
Hiertegenover staat dan wel dat de sportsite voorzien wordt van een ontsluiting gericht op trage weggebruikers, waarbij een beperkt eenrichtingsverkeer ingericht zal worden met voorrang voor fietsers. De toegankelijkheid, bereikbaarheid en de parkeerplaatsen op eigen terrein komen adequaat en voldoende over. Waarbij de trage verbinding naar de Bosweg voldoende ruim ingeplant en opgenomen wordt in het rooilijnplan, waardoor de Franstalige gemeentelijke basisschool zal beschikken over een trage verbinding en er tevens dichtbij voldoende parkeerplaatsen ontstaan zodanig het schoolverkeer veilig kan plaatsvinden.
Gelet op bovenstaande doet de omstandigheid dat de verkeersdrukte in de Sportpleinstraat op potentiële worst-case piekmomenten de drempel van 200 pae/u mogelijks licht overschrijdt, geen afbreuk aan de globale toename in verkeersveiligheid.
Waardoor de gevraagde wijziging zodoende de verkeersveiligheid tegemoet komt.
F. Ontsluiting aangrenzende percelen
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dient bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.
De voorliggende wijziging van de Sportpleinstraat en aanleg van een nieuwe gemeenteweg, met trage verbinding naar de Bosweg, komt de ontsluitingsmogelijkheden van de aangrenzende percelen tegemoet. Zo wordt voorzien in de bestendiging van voetweg nr. 44, zodanig de tuinen van de woningen bereikt kunnen worden.
Daarnaast zal de nieuwe gemeenteweg ook aansluiten en voorzien in een ontsluitingsmogelijkheid van de garages die zich aan de achterzijde van de woningen bevinden, zodanig deze bereikbaar blijven.
Daarnaast wordt met de voorliggende wijziging voorzien in een degelijk uitgeruste wegenis gericht op een duurzame verbinding, welke de ontsluitingsmogelijkheden van de aangelanden ten goede zal komen en zelfs zal uitbreiden. Gelet de trage verbinding naar de Bosweg bestendigd en verbreed wordt, waardoor de ontsluitingsmogelijkheden gewaarborgd worden.
Als zodanig komt voorliggende wijziging en aanleg van een nieuwe gemeenteweg de ontsluiting van de aangrenzende percelen ten goede.
G. Gemeentegrensoverschrijdend perspectief
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.
Gelet op de concrete ligging van de betrokken gemeentewegen, wordt er geen impact op het gemeentelijk wegennet gerealiseerd die een mogelijks gemeentegrensoverschrijdend effect kan teweeg brengen.
H. Actuele functie - toekomstige generaties
Overeenkomstig artikel 4, 5° van het Gemeentewegendecreet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.
De herinrichting van de sportsite met aanleg van een nieuwe gemeenteweg komt tegemoet aan de noodzaak om te voorzien in een doorwaadbare, toegankelijke en bereikbare sportsite, zodanig de inwoners van de gemeente Wezembeek-Oppem een sociale en recreatieve functie kunnen waarborgen binnen de sportsite. Daarnaast is er wegens de trage verbinding naar de lagere school in de Bosweg ook voor de schoolgaande kinderen een verbeterde bereikbaarheid en verkeersveiligheid.
De duurzaamheid en standvastigheid van de verbindingen wordt gegarandeerd door deze op te nemen in het rooilijnplan, als verordenend instrument, alsook voldoende uit te rusten met adequate verharding zodanig de verbindende en ontsluitende functie van de gemeentewegen over de volgende generaties heen gewaarborgd kan worden.
I. Toetsing aan het gemeentelijk mobiliteitsplan
Het gemeentelijk mobiliteitsplan heeft het bevorderen van zachte mobiliteit en verkeersveiligheid als hoofddoelstelling (p. 11). Het plan werd opgesteld met de vernieuwing van de sportsite als gekende factor (p. 45). De nieuwe gemeenteweg vormt dan ook geen obstakel voor deze doelstellingen.
Voor wat betreft de omgeving rond de Sportpleinstraat, is de voornaamste relevante actie het inrichten van een fietsstraat op de route Viooltjeslaan – Sportpleinstraat – Madeliefjeslaan – Beekstraat (p. 58). Zoals reeds uiteengezet, is de huidige toestand ter hoogte van de in- en uitrit ondermaats qua verkeersveiligheid en is de inrichting van de nieuwe gemeenteweg noodzakelijk voor een veiligere afwikkeling van het verkeer van en naar de sportsite.
Een veiligere ontsluiting is ook noodzakelijk voor het aanmoedigen van het gebruik van de fiets - de inrichting van een fietsstraat in de Sportpleinstraat zou als alleenstaande maatregel niet voldoende zijn hiervoor. Beide maatregelen versterken elkaar dus, ten gunste van de zachte mobiliteit.
De Sportpleinstraat kreeg daarnaast de categorie ‘woonstraat’ toegewezen. Deze categorie mag niet letterlijk worden genomen: ook de Bosweg, waar de Franstalige gemeenteschool gevestigd is, is een woonstraat. Beide straten bevinden zich binnen een afgebakende wijk, met omliggende ontsluitingswegen. Elke straat binnen een wijk is een woonstraat, maar dat betekent niet dat niet-residentiële functies hier geweerd moeten worden. De voorziene trage verbindingen op de site verbeteren bovendien de doorwaadbaarheid voor voetgangers binnen de wijk.
Er kan worden geconcludeerd dat de voorliggende rooilijnwijziging in overeenstemming is met de doelstellingen en acties van het gemeentelijk mobiliteitsplan.
F. Openbaar onderzoek
Binnen het kader van de behandeling van de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2022119670 in graad van beroep werd door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Wezembeek-Oppem, gelet op de aangepaste projectinhoudversie, een openbaar onderzoek georganiseerd van 2 juli 2024 t.e.m. 31 juli 2024.
Gedurende deze periode werden in totaal 17 bezwaarschriften ontvangen.
Overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit is de gemeenteraad gehouden om zich uit te spreken over de bezwaren die betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’. Het is de gemeenteraad niet toegelaten om uitspraak te doen over de elementen die raken aan de ruimtelijke ordening of aan een beoordeling over de vergunningsaanvraag.
De bezwaren worden op volgende samengevatte wijze weergegeven, en behandeld:
○ De aanleg van de nieuwe gemeenteweg en de algemene herinrichting van de sportsite zal aanleiding geven tot milieuhinder, zijnde uitstootgassen, geluidsoverlast, visuele overlast, geurhinder, … en zal tevens aanleiding geven tot een vernietiging van het milieu doordat er verschillende bomen gekapt moeten worden.
De gemeenteraad wenst er in eerste instantie op te wijzen dat het principieel toekomt aan de vergunningverlenende verheid, in deze de provincie Vlaams-Brabant, om zich uit te spreken over de potentiële milieueffecten op projectniveau.
Aangaande de gemeentewegen zelf, de materie die toebehoort aan de ‘zaak van de wegen’, dient opgemerkt te worden dat uit de impactscore aangaande de stikstofuitstoot niet blijkt dat er een risico zal ontstaan op een aantasting van het leefmilieu vanwege de uitstootgassen van de wagens.
Immers ligt o.a. het aantal bijkomende autobewegingen ver onder de de-minimisdrempels zoals door VITO wordt bepaald in de studie “Voertuigemissies en de minimis-normen: een analytische benadering voor wegverkeer”, waardoor geen risico ontstaat voor de nabijgelegen natuurgebieden.
Ook voor de omwonenden lijken er geen risico’s te ontstaan doordat het verkeer beperkt zal blijven tot bestemmingsverkeer, waarbij de aanwezige groenbuffer tussen de wegenis en woningen de nodige buffer zal vormen voor zowel luchtkwaliteit als geur- en geluidshinder. Zoals ook blijkt uit de mer-screeningsnota zoals gevoegd bij het aanvraagdossier.
Enkel ter hoogte van de nieuwe inrit zijn de mogelijkheden beperkt. Hier stellen we voor om de bestaande toestand met bestaande hagen en afsluitingen te behouden, indien de buur hiermee instemt. In het andere geval voorzien we een afsluiting door middel van een tuinscherm met kokosmatten te plaatsen. Dergelijk scherm kan begroeid worden en zorgt tevens voor een verbeterde akoestische werking.
Bovendien blijkt uit de mer-screeningsnota dat er een gedegen onderzoek verricht werd naar de mogelijke geluidsoverlast die zou ontstaan vanwege de wegenisaanpassing waarbij het aangaande de ‘zaak van de wegen’ van belang is op te merken dat gelet op de trage snelheid (<30 km/u) en gelet voertuigen doorheen de jaren ‘stiller’ zijn geworden, er een geluidsvolume van 50dB zou ontstaan door het wegverkeer.
Hetgeen conform de geluidsbelastingskaart, zoals gevoegd in de mer-screeningsnota, lager ligt dan het aanwezige statisch achtergrondniveau waardoor geen toename van de geluidsniveaus zal ontstaan.
Met voorliggend ontwerp werd reeds zo veel mogelijk getracht om de nieuwe gemeenteweg aan te leggen op zo groot mogelijke afstand van de tuinen van de omwonenden, waarbij een alternatief niet mogelijk is. Echter werd voorzien in een zekere afstand tot de woningen waar mogelijk met aanleg van een groenbuffer, zodanig de maximaal mogelijke afstand bewaard wordt tot de achtertuinen, en de geur- en geluidshinder beperkt wordt tot een minimum.
Ter hoogte van de plaatsen waar de groene buffer niet over zijn gehele breedte behouden kan worden, werd getracht deze zo ruim mogelijk te behouden. Echter is dit niet mogelijk gebleken aan de achterzijde van de percelen te Sportpleinstraat 26-32, gelet er een toegang voorzien moest worden tot aan de achtergelegen garages. Niettemin werd zo veel als mogelijk, rekening houdende met de draaicirkels voor de brandweer, getracht een groenbuffer in te richting tussen de sportvelden en de wegenis.
Een andere reden voor de bocht is het bestaan van de hoogstammige bomen ter hoogte van de speelweide. Indien de weg een recht tracé zou behouden van aan de inrit tot aan de parking (dus zonder bocht), zouden al deze bomen moeten worden geveld.
Het klopt dat deze bocht bijdraagt tot de landschappelijke waarde van de weg en een verkeersremmend effect heeft, wat bijkomende voordelen zijn. Het leidt ook tot minder nodeloze verharding ter hoogte van de twee garages, aangezien de weg zo dicht mogelijk tot bij de garages wordt gebracht.
Gelet er ingezet wordt op een modal shift en het verkeer beperkt zal blijven tot enkel bestemmingsverkeer, kan worden aangenomen dat de geur- en geluidshinder beperkt zal worden.
Met de voorliggende herinrichting zullen enkele hoogstammige bomen verdwijnen, doch worden deze waar mogelijk gecompenseerd door onder andere een grote groenbuffer aan te leggen en bomen heraan te planten waar mogelijk. Zo wordt rekening houdende met de noodzaak om de circulatie op voorliggende wijze in te richten maximaal ingezet op het behoud van de aanwezige bomen en de uitbreiding van de houtkant met een boomlaag.
Echter kan geen echt stabiel ecosysteem voorzien worden, gelet op de beperkte ruimte, doch wordt wel ingezet op het creëren van een boom- en struiklaag om de ecologische waardering te behouden. Gelet op deze compensatie treedt er geen achteruitgang op van de groene voorzieningen binnen de sportsite.
Bijkomende schermen zoals geluidspanelen zouden meer dan 2 m hoog moeten zijn om een merkbaar geluiddempend effect te hebben, en dit zou ten koste gaan van het uitzicht en de bezonning van de omliggende tuinzones.
Het bezwaar wordt aldus niet gevolgd.
○ Het project is onrealistisch waarbij de Sportpleinstraat, en de ruimere omgeving, niet geschikt zijn om een project van dergelijke omvang op te nemen. De aanwezigheid van scholen zorgt reeds voor een verkeersdrukte, waarbij uit de herinrichting van de sportsite niet blijkt hoe dit overeenkomstig het Mobiliteitsplan van 18 december 2023 in het teken zou staan van de actieve weggebruiker.
Zoals toegelicht in de motivatie in voorliggend gemeenteraadsbesluit werd de mobiliteitsimpact van het project afdoende ingeschat, waarbij reeds aangestipt moet worden dat de bestaande verkeersdrukte van de aanwezige scholen niet zal overlappen met de drukte die door het project gegenereerd wordt.
Immers vallen de parkeernoden, en bij gevolg ook de mobiliteitsnoden, van de omringende basisscholen en de sportterreinen op andere momenten. Tijdens weekdagen is de school immers gesloten op het ogenblijk dat de hockey/voetbal begint, en in het weekend zijn de scholen reeds gesloten waardoor dit ook geen invloed heeft.
De parkeerplaatsen, en de Sportpleinstraat, zijn ruim voldoende om de parkeer- en mobiliteitsdruk van de scholen op te vangen, waardoor dit geen probleem uitmaakt.
Uit de mobiliteitsstudie zoals uitgevoerd door VECTRIS blijkt dat wanneer ingezet wordt op een ‘modal shift’ 75 parkeerplaatsen ruim boven het aantal benodigde parkeerplaatsen zal komen te liggen, zijnde 68 parkeerplaatsen, waardoor het project op eigen terrein zal kunnen voorzien in de nodige parkeerplaatsen.
Wat de mobiliteitseffecten betreft, moet opgemerkt worden dat uit de mobiliteitsstudie van VECTRIS blijkt, zoals o.a. ook toegelicht bij de motieven in onderhavig gemeenteraadsbesluit, dat enkel tijdens de piekmomenten op zaterdag of zondag in een worst-case scenario boven de verkeersdrukte van 200 pae/u gekomen zal worden.
Echter staat daar tegenover dat op alle andere ogenblikken de Sportpleinstraat adequaat kan voorzien in de ontsluiting van de site, zonder de verkeersleefbaarheid in het gedrang te brengen gelet onder de drempel van 200 pae/u gebleven wordt.
Dat de worst-case piekmomenten een kleine -tijdelijke- overschrijding uitmaken, doet nog geen afbreuk aan de algemene verbetering van de verkeersveiligheid die zal ontstaan, en hetgeen een veel groter positief effect zal hebben dan de beperkte overschrijding van de verkeersleefbaarheid.
Zo wordt wel degelijk een rol toebedeeld aan de actieve weggebruikers doordat het trage wegennetwerk uitgebreid wordt, de nieuwe wegenis ingericht wordt als een karrenspoor in een eenrichtingscirculatie en waarbij er voldoende fietsstallingen voorzien worden. In dergelijke zin wordt tegemoetgekomen aan de noden van de trage weggebruikers, met inbegrip van de buitenmaatse fietsen.
Bovendien voldoet de wegenis aan de inrichtingsnormen voor een BEV conform het vademecum van fietsvoorzieningen van juli 2022 waarbij een eenvormig wegprofiel van 3,00 meter gerealiseerd kon worden, doch de uitwijkstroken verschillen. Deze bedraagt 0,71 meter ter hoogte van de inrit van de site en 1 meter (2x 0,50 meter) doorheen de rest van het projectgebied.
Dat er ter hoogte van de inrit een nauwer wegprofiel aanwezig is, zijnde 0,29m smaller dan doorheen de rest van het projectgebied, is niet van enige impact op de verkeersveiligheid. De minimale breedte van 3 m voor het karrenspoorgedeelte (dus exclusief de uitwijkstroken) blijft immers telkens behouden. Gelet het wegprofiel reeds een verlagend snelheidseffect heeft, er een maximale snelheidslimiet zal gelden van 30 km/u, de zichtbaarheid gegarandeerd wordt en het kruisen van trage weggebruikers ontmoedigd wordt door de inrichting als karrenspoor.
Als zodanig wordt het bezwaar niet gevolgd.
○ Het budget uitgetrokken voor dit project zou onmatig zijn en niet gefocust zijn op de noodzakelijkheden voor de inwoners van de gemeente Wezembeek-Oppem
Deze kritiek heeft geen relevantie betreffende de ‘zaak van de wegen’, doch dient volledigheidshalve opgemerkt te worden dat de herinrichting van de sportsite opgenomen werd in het actieplan zoals gehecht aan het definitief goedgekeurd mobiliteitsplan van 18 december 2023.
Gelet dit mobiliteitsplan tot stand gekomen is met een omvangrijk participatietraject, kan bezwaarlijk voorgehouden worden dat de realisatie van dit project niet zou passen binnen de mobiliteitsnoodzakelijkheden van de gemeente.
Het bezwaar wordt aldus niet gevolgd.
○ Er wordt gevraagd om de inplanting van de boom ter hoogte van de achterzijde van de percelen Sportpleinstraat 26 en 28, ‘nader te bepalen’ tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. In ieder geval moet erover gewaakt worden dat de inplanting geen negatief effect heeft op de toegang tot de parkeerplaatsen.
De gemeenteraad dient erop te wijzen dat zij bevoegd is om zich uit te spreken over bezwaren en/of opmerkingen zoals geuit door het openbaar onderzoek, doch niet op vragen die gesteld worden tijdens het openbaar onderzoek.
Niettemin neemt de gemeenteraad kennis van dit bezwaar, doch moet opgemerkt worden dat er geen redenen zijn om de exacte inplantingslocatie van de boom te wijzigen ten opzichte van de inplanting op het inplantingsplan.
De boom wordt ingeplant binnen de rooilijnen van de nieuw aan te leggen gemeenteweg, waardoor deze bomen zullen vallen onder de beheersbevoegdheid van de gemeente Wezembeek-Oppem op grond van artikel 34 van het Decreet Gemeentewegen.
Daarbij zullen de nodige beheerwerken uitgevoerd worden, rekening houdende met de bepalingen van het burgerlijk wetboek, om de toegankelijkheid van de parkeerplaatsen te garanderen en de toegang tot de gemeentewegen, waaronder de voetweg nr. 44, niet in het gedrang te laten komen.
Het bezwaar wordt aldus niet gevolgd.
○ Een van de bezwaarpunten stelt dat een ruimte die open is voor de gemeenschap vervangen zal worden door een gesloten ruimte voor hockeyspelers. Waarbij een cafetaria op openbare gronden neergeplaatst wordt om winst te maken. Het zou beter zijn om hier andere gemeenschapsvoorzieningen te bouwen, zoals een openbaar zwembad.
De gemeenteraad dient er op te wijzen dat artikel 4, 1ste van het Decreet Gemeentewegen vereist dat wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds in het teken van het algemeen belang moeten staan. Waarbij de wijzigingen verband dienen te houden met een ruimtelijk doordacht wegennet.
De gemeenteraad wenst in dat verband erop te wijzen dat de voorliggende aanpassing van het gemeentelijk wegennet ingegeven is om de toegankelijkheid, bereikbaarheid, doorwaadbaarheid, de verkeersveiligheid en de sociale en recreatieve functie te waarborgen en versterken van de sportsite. Geenszins wordt voorzien in een herinrichting vanuit private doeleinden.
Daarnaast stelt de het bezwaarpunt dat voorzien zou worden in een gesloten ruimte voor de gemeenschap, terwijl een uitgebreide padenstructuur aangelegd zal worden waardoor een trage verbinding ontstaan tussen de Bosweg en de Sportpleinstraat en in het centrale gebied een speeltuin opgericht zal worden. Zodanig in een openbaar toegankelijke ruimte voorzien wordt met een sociale en recreatieve functie.
Door de gemeentewegen op te nemen in een rooilijnplan worden de gronden bezwaard met een openbare erfdienstbaarheid van doorgang, waardoor deze steeds publiek toegankelijk zullen zijn, en geenszins een gesloten ruimte zullen inhouden.
De kritiek dat er beter een andere gemeenschapsfunctie zoals een openbaar zwembad gerealiseerd zou worden in de plaats van hockeyvelden heeft geen relevantie tot de ‘zaak van de wegen’.
Dit bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaarpunt stelt dat een groot waterdoorlatend terrein wordt vervangen door een grondoppervlakte die dit niet kan, waardoor er een probleem inzake de waterhuishouding zal ontstaan.
Zoals toegelicht in de beschrijvende nota en de MER-screeningsnota wordt voorzien in een adequate waterhuishouding met een maximale inzet op infiltratie en waterbuffering, waarbij de nodige wadi’s aangelegd worden.
Uit de documenten van de vergunningsaanvraag blijkt dat de infiltratie en bufferingsnormen behaald worden, en uit het inplantingsplan blijkt dat maximaal ingezet wordt op waterdoorlatende verharding, met afhelling van de oppervlakte die niet waterdoorlatend is zodat het water kan afwateren naar de naastgelegen groenzones.
Gelet hierop wordt er geen impact verwacht op de waterhuishouding en kan dit bezwaar niet gevolgd worden.
○ Een bezwaar stelt dat de verwijdering van oude bomen ecologisch een achteruitgang betekent, waarbij de voetweg nr. 44 in halfverharding aangelegd zou moeten worden terwijl burgers tegels moeten verwijderen voor groen, en waarbij de groenzone tussen de achterkant van de percelen ter hoogte van de Sportpleinstraat 30 tot 36 geen 11 meter bedraagt zoals opgenomen werd in de beschrijvende nota.
De gemeenteraad ziet niet in wat er juist bedoeld wordt, aangezien de aanleg van de voetweg nr. 44 in halfverharding net bijdraagt tot het gebruik van waterdoorlatende materialen en de waterhuishouding van het gebied, met aandacht voor de groene voorzieningen. Daarnaast dient de trage voetweg op een duurzame wijze ingericht te worden, hetgeen niet mogelijk is door louter te voorzien in een aardeweg. Zonder enige duurzame verharding zal de weg immers eroderen.
Het project voorziet in de aanleg van openbare groenvoorzieningen, waaronder een parkgebied, om tegemoet te komen aan de noodzaak om enkele oude bomen te rooien. Het wegenisontwerp zet maximaal in op de groene voorzieningen, waarbij de verharding in de mate van het mogelijke beperkt wordt – hetgeen ook een van de motieven uitgemaakt heeft om te kiezen voor een karrenspoor.
Het klopt dat er enkele oude bomen zullen gerooid worden, maar hiervoor wordt maximaal gecompenseerd door de het aanleggen van een grote groene bufferzone.
De bezwaarindiener kan gevolgd worden wanneer hij stelt dat de groenbuffer geen breedte heeft van 11 meter, gelet dit ter hoogte van deze locatie niet mogelijk was vanwege de verkeersveiligheid en de brandveiligheid. De brandwagens dienen immers te beschikken over een draaicirkel die hen toelaat het projectgebied, en de achtergelegen tuinen, te bereiken. Indien de groenbuffer doorgetrokken zou worden, kan de brandweer niet langs de uitrit van de sportsite ontsluiten naar de achterzijde van de percelen, noch zou een volledige doorgang bereikt kunnen worden langs de bestaande brandweg, waar de inrit gesitueerd zal worden.
De wegenis dient een kromming te vertonen, gelet de brandweer doorgang voor de brandweer te faciliteren, de aanwezige bomen te vrijwaren en een snelheidsremmend effect teweeg te brengen. Bovendien moet ook de toegang tot de achtergelegen parkeerplaatsen van de achtertuinen bewaard worden, hetgeen verbinding met de achtergelegen nieuwe gemeenteweg noodzaakt.
Gelet op het wegenisprofiel is getracht om de groenbuffer in de mate van het mogelijke te behouden, rekening houdende met voornoemde noodzakelijkheden. Bovendien bevindt zich langs de huidige toegang langs beide zijden op het perceel vóór de afsluiting een haag met een breedte van meer dan 60cm en een hoogte van ca 2m. Enkel ter plaatse van de houten afsluiting ontbreekt een stuk haag. Deze zal nieuw aangeplant worden. Aan de achterkanten van de woningen van de Sportpleinstraat is de scheiding met de voetweg momenteel voorzien van een aaneenschakeling van draadafsluitingen en houten schuttingen met een hoogte van 1m tot 2m.
Waar de nieuwe toegang tot de site is voorzien, wordt het pad momenteel afgeboord door een draadafsluiting langs nr 70 en een betonnen borduur langs nr 66. De bestaande haag met een hoogte van ca 3,50m langs deze zijde staat op het perceel van nr 66.Aan de zuidzijde van de site, langs het bestaande kunstgrasveld, bevindt zich een draadafsluiting van 2m tot 2,50m. Deze is over het algemeen in goede staat. Waar nodig zal deze hersteld of vervangen worden.
Als zodanig wordt er voorzien in voldoende buffering en in een adequate afsluiting, waarbij indien hierover nog problemen zouden rijzen samen met de omwonenden besproken kan worden hoe vormgegeven moet worden aan de afsluiting.
Het bezwaar wordt niet gevolgd.
○ De mobiliteitsstudie zou uitgaan van verouderde gegevens, waardoor de werkelijke mobiliteitsimpact schromelijk onderschat wordt. Bovendien ontstaan er veiligheidsrisico’s door het gemengde verkeer.
De mobiliteitsstudie van VBECTRIS dateert van 15 december 2020 en hanteert resultaten van tellingen die uitgevoerd werden in mei en juni 2020. In juni 2020 werd beslist om over te schakelen naar fase 3 van de maatregelen ter afbouw van de coronamaatregelen, waarbij de horeca heropend werd en buitenactiviteiten toegelaten waren.
De maatregelen die actief waren tijdens de maand mei 2020 waren strenger, met ook een lager aantal voertuigbewegingen zoals ook kan blijken uit de tellingen die opgenomen werden in de mobiliteitsstudie zoals uitgevoerd door VECTRIS. Gelet tijdens juni 2020 de horeca heropgestart werd, ontstond er een toename in de verkeersdrukte die – na verloop van tijd – gestabiliseerd is. Waarbij niet blijkt, noch uit enige andere verkeerstellingen zou blijken, dat de verkeerssituatie op heden dermate zou afwijken van de toen opgemeten verkeersdrukte.
De mobiliteitsstudie maakt voornamelijk gebruik van de speelschema's en het aantal spelers, waarbij uitgegaan werd van een bepaald percentage aan autogebruik binnen de modal split. Voor het bepalen van de modal split baseerde het studiebureau zich op cijfers van het richtlijnenboek MOBER van de Vlaamse Overheid (uit 2018, dus voor de corona-epidemie).
Bovendien wordt gesteld dat er geen ‘daling’ van de verkeersdrukte zou ontstaan, hetgeen tegengesproken wordt door de stukken van het aanvraagdossier. Immers wordt er ten opzichte van de bestaande toestand voorzien in een verdubbeling van het aantal parkeerplaatsen, zal het verkeer ontdubbeld worden over twee toegangswegen en zal een elektronisch telbord voorzien worden aan de ingang om de beschikbaarheid van de parkeerplaatsen weer te geven.
Bijgevolg wordt ten opzichte van de bestaande toestand, de verkeersafwikkeling evenredig gespreid over beide toegangswegen en wordt overbodig verkeer, waar mogelijk, geweerd. Een ‘lichte’ daling ten opzichte van de bestaande mobiliteitsimpact, niet intensiteit, lijkt alvast redelijk.
Echter geeft de mobiliteitsstudie, en de mer-screeningsnota, voldoende aan dat de verkeersintensiteit zal stijgen op de ogenblikken dat de sportvelden in gebruik genomen zullen worden. Doch gaat de bezwaarindiener te ver in zijn standpunt door het gehele potentiële ledenbestand te betrekken in de verkeersdrukte.
Zoals immers – terecht – aangegeven in de mobiliteitsstudie zullen er op woensdag 96 spelers aanwezig zijn (4 teams) en op zaterdag/zondag 256 spelers (16 teams). De veldbezetting kan onmogelijk hoger worden, waardoor indien er nog ‘leden’ aanwezig zouden zijn, deze eerder geplaatst kunnen worden onder de supporters die mee zullen aansluiten – en bovendien ook (beperkt) meegerekend werden in de mobiliteitsstudie.
De mobiliteitsstudie is daarbij voornamelijk uitgegaan van de gebruikers van de sportvelden en niet de supporters/externen aangezien aangenomen wordt dat dit zich in eerste instantie zal beperken tot kennissen/familie die met hetzelfde voertuig zullen afreizen naar de sportvelden. Daarnaast kan op heden moeilijk ingeschat worden hoeveel supporters er aanwezig zullen zijn, doch lijkt de mobiliteitsimpact dit eveneens toe te laten. Behoudens de absolute piekmomenten in het weekend, waarbij binnen de hockey- en voetbalclubs afspraken gemaakt zullen moeten worden.
Geenszins zal het gehele ledenbestand aanwezig zijn tijdens de matchen, noch zou blijken dat de kantine – met zijn meer dan 100 zitplaatsen – gebruikt zou worden door andere personen dan diegene die verband houden met de gebruikers van de sportvelden. Het blijft immers een sportkantine verbonden aan de werking van de sportvelden, waardoor het gebruik daarvan door eenieder eerder onwaarschijnlijk lijkt.
Niettegenstaande kan dit op zich wel plaatsvinden, gelet de kantine gelegen is aan een openbare verbinding en meerdere trage verbindingen, doch lijkt de impact zo gering te zijn dat dit eerder verwaarloosbaar is en wellicht hoofdzakelijk beperkt blijft tot buurtbewoners.
Tot slot nog opgemerkt dat de gemeenteweg aangelegd wordt met de principes van een fietsstraat en in de vorm van een beperkt eenrichtingsverkeer, waarbij een gemengd verkeer zal optreden. Overeenkomstig het vademecum voor fietsvoorzieningen van juli 2022 vormt gemengd verkeer het ‘standaardprofiel’ uit bij snelheden gelijk of lager aan 30 km/u en wanneer het gemotoriseerd verkeer lager ligt dan 1000/etmaal of het fietsverkeer lager is dan 500/etmaal. Waarbij, gelet op de resultaten van de mobiliteitsstudie, beide normen niet behaald worden.
De voorliggende inrichting met gemengd verkeer vormt geen veiligheidsrisico, te meer de inrichting als karrenspoor de verkeerssnelheid tempert, het wegprofiel de zichtbaarheid garandeert en de weggebruikers een voorzichtigere houding zullen aannemen.
De mogelijke conflictpunten zijn gecentreerd rond de gebieden waar de wegenis samenkomt met andere paden, waaronder de aansluiting op de Sportpleinstraat en op de trage verbindingen zoals voorzien binnen het projectgebied. Wat de aansluiting op de Sportpleinstraat betreft moet opgemerkt worden dat deze thans langs het westelijke deel ingericht is als fietsstraat, waar fietsers voorrang hebben. Gelet hierop wordt de snelheid reeds aanzienlijk verlaagd, waardoor de mogelijke conflicten tot een minimum beperkt worden.
Echter lijkt er daarnaast voldoende zichtbaarheid gegarandeerd te kunnen worden ter hoogte van de Sportpleinstraat doch ook binnen het projectgebied zelf. De trage weggebruikers hebben immers steeds zicht op het aankomende verkeer, waardoor conflicten vermeden worden. Wanneer dit echter onvoldoende zou blijken kunnen nog flankerende maatregelen genomen kunnen worden om de zichtbaarheid te verbeteren.
Tot slot moet opgemerkt worden dat de toegankelijkheid voor trage weggebruikers een van de hoofddoelstellingen vormt bij het voorliggende tracé, waarbij tevens ook voldoende aandacht besteed werd aan de toegankelijkheid voor mindervaliden. Dit door reeds voorbehouden parkeerplaatsen dicht bij de inrit en de kantine te voorzien en door anderzijds te voorzien in ‘doorsteken’ tussen de karrensporen, zodanig beide sporen voldoende toegankelijk zijn.
Als zodanig worden niet meteen enige conflicten voorzien binnen het projectgebied, waardoor dit bezwaar niet gevolgd kan worden.
○ Een bezwaarpunt stelt dat de groenbuffer onvoldoende breed is, de samenstelling ervan onduidelijk is en er geen visueel scherm aanwezig is voor de achtergelegen tuinen van de woningen.
Aangaande de breedte van de groenbuffer kan verwezen worden naar de behandeling van de voorgaande bezwaren, aangezien het vanuit de verkeersveiligheid niet opportuun was om de nieuwe gemeenteweg louter ‘door te trekken’. Zo worden voertuigbewegingen door de brandweer beperkt.
Mede daarom werd er geopteerd om het tracé licht te laten buigen ter hoogte van de percelen te Sportpleinstraat 26-32.
Niettemin is getracht om waar mogelijk de buffer te behouden, waarbij wel in een buffer voorzien wordt tussen de sportvelden en de wegenis, waardoor de visuele aspecten van de sportvelden verhinderd worden. Voor de wegenis was dit niet mogelijk, doch werd de impact eerder gering beschouwd gelet op de achtergelegen bebouwing waar de parkeerplaatsen zich bevinden, hetgeen een visuele buffer uitmaakt.
Indien nodig kunnen er navolgend nog maatregelen genomen worden om dit te garanderen.
De concrete invulling van de groenbuffer en de openbare groenvoorzieningen zal gebeuren in een latere gemeenteraadszitting. Voor wat betreft de ‘zaak van de wegen’ volstaat het om te weten waar de groenzones ingericht zullen worden en uit welke soorten deze zouden bestaan, hetgeen in de beschrijvende nota (en in de mer-screeningsnota) voldoende toegelicht wordt.
Gelet hierop wordt het bezwaar niet gevolgd.
○ Een bezwaarpunt stelt dat er achter de percelen gelegen te Sportpleinstraat 34 en 36 een kleedkamer ingericht zal worden, met visuele en auditieve hinder tot gevolg.
Dit bezwaarpunt gaat uit van een verkeerde voorstelling, aangezien in de huidige bestaande toestand reeds kleedkamers aanwezig zijn achter de percelen gelegen te Sportpleinstraat 34 en 36 doch deze gesloopt zullen worden.
In de plaats komt een groenbuffer die de nodige visuele en auditieve hinder zal opvangen. Bijkomende schermen zoals geluidspanelen zouden meer dan 2 m hoog moeten zijn om een merkbaar geluiddempend effect te hebben, en dit zou ten koste gaan van het uitzicht en de bezonning van de omliggende tuinzones.
Het bezwaar kan niet gevolg worden.
○ Een bezwaar stelt dat er een verhoogd risico op vandalisme en diefstal zal ontstaan.
Er moet opgemerkt worden dat de voorliggende inrichting voorziet in voldoende grote bufferzones, waardoor de toegang tot de achtergelegen tuinzones reeds bemoeilijkt wordt.
Daarnaast dient opgemerkt te worden dat deze kritiek raakt aan de kwestie van de handhaving van de openbare orde, hetgeen buiten de voorliggende beoordeling aangaande de ‘zaak van de wegen’ valt.
Indien zulks vereist zou zijn, zullen er te gepaste tijde de gepaste politionele maatregelen genomen worden moest toch blijken dat er zich enige risico’s voordoen.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaar stelt dat de groenbuffer ontbreekt ter hoogte van de achterkant en zijkant van het goed Sportpleinstraat 24 en dit niet ‘afgewenteld’ kan worden op de aangelande percelen.
De gemeenteraad wenst te verwijzen naar de eerdere uiteenzetting aangaande groenbuffer waarbij getracht werd deze overal zo breed mogelijk te voorzien.
Echter, zoals ter hoogte van het perceel te Sportpleinstraat 24, is het niet mogelijk om deze groenbuffer volledig rondom het perceel door te trekken aangezien zulks tot gevolg heeft dat de voetweg nr. 44 eveneens mee aangepast zou moeten worden in zijn tracé, hetgeen een invloed zou hebben op de zichtbaarheid op de nieuwe wegenis.
Bovendien zou dit ook tot gevolg hebben dat de bocht ter hoogte van de achterzijde van het perceel te Sportpleinstraat 24 ruimer ingetekend moet worden, wat dan weer aanleiding geeft tot het hertekenen van de bufferzone aan de rechterzijde van het project.
De wijziging van de voetweg nr. 44 is niet mogelijk, waardoor de afsluiting tussen de wegenis en de aangelanden zal dienen als buffer voor enige hinder die zou ontstaan. Er worden geen wijzigingen voorzien aan bestaande hagen en perceelafsluitingen.
Op plaatsen waar de omwonenden de bestaande afsluiting (die doorgaans op de aangrenzende percelen staat en niet op het projectgebied) ongeschikt achten, kan de gemeente, op verzoek van de aanpalende eigenaars, bekijken wat er mogelijk is. Vandaar de zin 'afwerking afsluiting in samenspraak tussen gemeente en bewoners'.
In voorkomend geval zal er aldus een overleg plaatsvinden op welke wijze aan deze buffer uitvoering gegeven kan worden.
Tot slot dient er op gewezen te worden dat er op dit moment ook geen enkele groenbuffer aanwezig is langs de bestaande toegangsweg, die zowel als inrit als uitrit wordt gebruikt.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaar stelt dat de modal shift niet haalbaar is doordat gemotoriseerd verkeer niet voldoende ontmoedigd wordt.
Een modal shift zal, in tegenstelling tot wat het bezwaar lijkt te willen stellen, niet enkel gerealiseerd worden door gemotoriseerd verkeer te ontmoedigen, doch door ook (en vooral) in te zetten op de actieve weggebruiker en een fietsvriendelijke infrastructuur te voorzien.
Het gemotoriseerd verkeer wordt niet geweerd, doch wordt dit wel in de mate van het mogelijke beperkt – dit door te voorzien in een karrenspoor, in een digitaal telbord vooraan de inrit, in een beperkt eenrichtingsverkeer en in een lagere verkeerssnelheid.
Daarnaast wordt ingezet op de trage weggebruikers door te voorzien in meerdere trage verbindingen, een uitgebreide padenstructuur, een inrichting ‘volgens de principes van een woonstraat’ waarbij zo veel als mogelijk de aandacht geplaatst wordt op de fietser(s) en er voldoende fietsenstallingen voorzien worden.
Gelet op deze maatregelen valt niet in te zien hoe de modal shift onrealistisch zou zijn.
Het bezwaar kan niet worden gevolgd.
○ De zaak der wegen is een onderdeel van de milieuvergunningsaanvraag en voldoet niet aan de substantiële vormvereisten omdat ze in strijd is met de doelstellingen en principes van artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen.
In voorliggende beslissing over de ‘zaak van de wegen’ conform artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet en conform artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit wordt in voorliggende beslissing rekening gehouden met de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen.
In het motiverend gedeelte wordt expliciet ingegaan op de principes en doelstellingen en wordt toegelicht waarom de voorliggende herinrichting van het gemeentelijk wegennet in het teken van het algemeen belang staat, de verkeersveiligheid en ontsluitingsgraad in acht worden genomen en voldoende motieven aangereikt worden.
Bovendien wordt ook een beoordeling gemaakt van de overeenstemming met de voorliggende herinrichting van de sportsite met het gemeentelijk Mobiliteitsplan dat goedgekeurd werd op 18 december 2023.
Als zodanig bevat de voorliggende beslissing voldoende motieven die aantonen dat het aangevraagde in overeenstemming is met de principes en doelstellingen van het Decreet Gemeentewegen.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaar stelt dat de mer-screeningsnota onvoldoende accuraat opgesteld werd en de mobiliteitsstudie onregelmatigheden zou bevatten. Zo zou ook de stikstofimpact niet adequaat begroot zijn, gelet op de ruime onderschatting van de mobiliteit.
De gemeenteraad dient eraan te herinneren dat zij enkel bevoegd is om kennis te nemen van bezwaren die handelen over de ‘zaak van de wegen’, waarbij het niet aan de gemeenteraad toekomt om zich uit te spreken over de al dan niet volledigheid van de mer-screeningsnota of de mobiliteitsstudie. Dergelijke beoordeling komt uitsluitend toe aan de bevoegde vergunningverlenende overheid.
Wat de gemeenteraad echter wel kan vaststellen is dat de inhoud van de mer-screeningsnota en de mobiliteitsstudie niet als kennelijk onredelijk overkomen. Hetgeen reeds in de behandeling van de overige bezwaren toegelicht werd, waarbij niet aangetoond kan worden dat de gegevens van 2020 verouderd zouden zijn, noch er op een onredelijke wijze rekening gehouden werd met bepaalde voertuigbewegingen.
De mobiliteitsstudie gaat immers uit van een gebruik van de sportvelden, en niet van het aantal aangesloten leden bij de hockeyclub. Waarbij de mobiliteitsstudie een analyse maakt van de verkeersdrukte die ontstaat door de veldbezetting. Hetgeen niet onredelijk lijkt, aangezien aangenomen kan worden dat enkel de teamspelers die op het betreffende ogenblik dienen te spelen, dan ook aanwezig zijn – en de overige spelers pas later zullen aansluiten.
Bovendien blijkt niet dat het autogebruik, waarvan sprake in het duurzaamheidsscenario (de modal shift) in de mobiliteitsstudie, een grove onderschatting zou uitmaken. Dit aangezien de mobiliteitsstudie enkele voorbeelden aanhaalt die aantonen dat de modal shift wel degelijk haalbaar is.
Bovendien werd reeds gesteld dat er louter bestemmingsverkeer zal plaatsvinden, waardoor de mogelijkheid dat ‘derden’ gebruik zullen maken van de sportkantine eerder gering zal zijn.
Tot slot wat het gebruik van de speelweide betreft, dient er op te worden gewezen dat deze voorzien wordt voor de buurtbewoners, de gebruikers van de sportinfrastructuur en de kinderen die schoollopen in de Bosweg. In principe kan natuurlijk iedereen de speelweide betreden, maar er wordt qua inrichting niets voorzien dat aantoont dat de gemeente een breder doelpubliek wenst te lokken (vb. verschillende grootschalige speeltoestellen). Net zoals er op het grondgebied van de gemeente verschillende speelzones verspreid zijn, die in eerste instantie voor buurtbewoners bedoeld zijn, en waar de bijkomende automobiliteit verwaarloosbaar is.
De verkeersintensiteit die door eventuele bijkomende bezoekers van de speelweide zal gegenereerd worden is bovendien verwaarloosbaar ten opzichte van de verkeersintensiteit die zal ontstaan door het gebruik van de sportvelden.
Als zodanig lijken de mobiliteitseffecten hiervan niet een zodanige grootorde aan te nemen dat de vaststellingen van de mobiliteitsstudie kennelijk onredelijk zouden zijn, noch blijkt dat de mer-screeningsnota kennelijk onredelijk zou zijn.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaarpunt stelt voor om in een alternatief tracé te voorzien, onder andere van de Sportpleinstraat naar de Bosweg.
De gemeenteraad wenst in eerste instantie te verwijzen naar het alternatievenonderzoek dat uitgevoerd werd in de mobiliteitsstudie van VECTRIS en de toelichting hierover die in de voorliggende beslissing opgenomen werd.
Daaruit blijkt dat het vanuit mobiliteitsoogpunt aangeraden werd om de verkeersontsluiting te ontdubbelen, doch is een scenario met de Bosweg als in – of uitrit niet gewenst, aangezien de trage verbinding voor het schoolverkeer zal verdwijnen op deze wijze.
Bovendien ontbreekt de nodige ruimte om dit te realiseren, aangezien een onredelijke verzwaring zou optreden voor de Franstalige gemeentelijk basisschool vanwege bijkomende innemingen, die tot slot de verkeersveiligheid niet ten goede zouden laten komen.
Als zodanig heeft een tracé met meerdere bestaande trage verbindingen, waaronder tussen de Sportpleinstraat en de Bosweg voorkeur op een tracé waarbij de trage verbinding tussen de Sportpleinstraat en de Bosweg verdwijnt. Hetgeen bovendien niet in overeenstemming zou zijn met de doelstelling van het gemeentelijk Mobiliteitsplan om een trage wegennetwerk te behouden en te versterken waar mogelijk aangezien deze bijdragen tot het opzet om actieve weggebruikers een plaats te bieden in het gemeentelijk wegennet.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Er worden onvoldoende maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te garanderen en er werd geen advies gevraagd aan een externe veiligheidsinstantie.
Het klopt dat de mobiliteitsstudie van VECTRIS aanraadt om bijkomende flankerende maatregelen te nemen, waaronder het verplaatsen van de fietsenstalling, het optimaliseren van de zichtbaarheid, indien mogelijk het verkeer maximaal scheiden op de toegangswegen, het invoeren van een zone 30 en enkele verplichtingen die opgenomen moeten worden door de hockeyclub(s).
Echter moet opgemerkt worden dat de zone 30 uitgebreid zal worden tot het projectgebied, de fietsenstallingen dicht bij de cafetaria geplaatst werden en voorzien wordt in een voldoende hoeveelheid. Bovendien wordt waar mogelijk de zichtbaarheid geoptimaliseerd waarbij later, indien nodig, nog overleggen zullen plaatsvinden met de private percelen aangaande de aanwezig hagen en/of afsluitingen.
Het verkeer wordt waar mogelijk maximaal gescheiden door te voorzien in een padenstructuur en te voorzien in een karrenspoor. Waarbij de maatregelen die betrekking hebben op de hockeyclubs ook nog in een later stadium uitgevoerd zullen worden.
Daarnaast werd ook ingezet op het snelheidsremmend effect van de inrichting als een karrenspoor met beperkt eenrichtingsverkeer, waarbij het wegprofiel tevens het gemotoriseerd verkeer zal dwingen om voorzichtiger en trager te rijden.
Als zodanig werden voldoende maatregelen geïncorporeerd in het project zullen er later, indien nodig, nog bijkomende flankerende maatregelen genomen worden. Dat een advies van een veiligheidsinstantie zou ontbreken doet nog geen afbreuk aan de veiligheidsmaatregelen die genomen worden en die ertoe leiden dat de verkeersveiligheid wel degelijk gegarandeerd wordt, zoals toegelicht in voorliggende beslissing.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Op de parking worden vier verlichtingspalen van 5 m hoog voorzien, dit zal een onaanvaardbare hinder creëren naar de omwonenden.
De parking wordt voorzien om te worden opgenomen bij het openbaar domein en zal voor de verkeersveiligheid moeten worden verlicht. Bovendien werd er een lichtstudie gevoegd bij het aanvraagdossier en werd dit mee opgenomen in de mer-screeningsnota.
Het bestuur zal zich er toe engageren om samen met Fluvius te bekijken wat de opties zijn om de impact van de verlichting voor de omwonenden te beperken (vb. lagere palen), en dit tegen een volgende gemeenteraadszitting, waar het volledige bestek zal worden goedgekeurd.
Het bezwaar wordt niet gevolgd.
○ Aan de parking wordt voorzien in een groenbuffer ten opzichte van de naastgelegen percelen, doch zal er geluids- en visuele hinder optreden.
Het is vanuit ruimtelijk oogpunt niet onlogisch om de parking uit te breiden op die plaats, die momenteel valt te omschrijven als 'restruimte' waar ook volgens de bezwaarindieners zeer weinig mensen komen. De enige andere mogelijkheid om de parking uit te breiden, zou ten koste gaan van de speelweide, terwijl dit toch een belangrijke publieke meerwaarde biedt binnen het project.
De aanvraag voorziet in een groenbuffer in de vorm van een haag met de omringende percelen. Waarbij er tevens eveneens een afsluiting aanwezig is op de private percelen, waardoor de visuele hinder zo sterk als mogelijk vermeden wordt.
De inplanting van bomen of groenschermen is niet aangeraden aangezien dit (i) een negatief effect zal hebben op het uitzicht vanaf de tuinen, (ii) een effect heeft inzake de bezonning van de terreinen en (iii) mogelijks schade zal teweegbrengen aan de aanwezige afsluitingen (de inplanting van bomen).
Wat de geluidshinder betreft is de mer-screeningsnota hierin duidelijk, waarbij geen toename van de geluidshinder verwacht wordt.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Het project zou beschikken over onvoldoende parkeerplaatsen, waarbij de installatie van een digitaal telbord er reeds op wijst dat er te weinig parkeerplaatsen voorzien worden.
Tot slot wat de mobiliteitsimpact betreft, voorziet de parking die gerealiseerd zal worden binnen de rooilijnen in 75 parkeerplaatsen, verdeeld over 4 voorbehouden parkeerplaatsen, 4 Kiss&Ride parkeerplaatsen en 67 parkeerplaatsen aan de noordelijke zijde van de sportsite.
Ten eerste dient erop gewezen te worden dat de aanvraag uitgaat van 75 parkeerplaatsen, inbegrepen de 4 Kiss&Ride parkeerplaatsen die voorzien worden. Die tevens gebruikt zullen worden als parkeerplaats tijdens het bezetten van de sportvelden, als wanneer de sportactiviteiten tot een halt komen. Waardoor deze wel degelijk meegeteld kunnen worden.
De mobiliteitsstudie concludeert dat er een stijging van de parkeervraag verwacht wordt tot 47 parkeerplaatsen in de week en tot 63-75 parkeerplaatsen op zaterdagen. In een worst-case scenario met matchen van de eerste ploegen en een cafetariaevenement zou dit kunnen stijgen tot 91 plaatsen. Dit is per definitie niet de 'gewone' toestand en kan in principe vermeden worden mits goede organisatie.
Niettemin moet opgemerkt worden dat uit de mobiliteitsstudie van VECTRIS blijkt dat vanwege de modal shift, die realiseerbaar is, voorzien dient te worden in een totaal van 68 parkeerplaatsen om tegemoet te komen aan de parkeerdruk. Echter worden er 75 parkeerplaatsen voorzien, zelfs 71 minus de vier Kiss&Ride parkeerplaatsen, waardoor de vooropgestelde parkeernorm behaald wordt.
Gelet de parkeerplaatsen voornamelijk bedoeld zijn voor de spelers van de sportvelden en het schoolverkeer gedurende de weekdagen, is het niet de bedoeling dat de supporters en externen deze parking zouden gaan gebruiken in plaats van de spelers. Daarnaast zijn er andere verkeersmodi beschikbaar om de sportsite te bereiken waaronder het openbaar vervoer, de fiets en te voet.
In uiterste noodzaak, en indien de supporters en externen toch met het gemotoriseerd vervoer dienen te komen, kan in de buurt van het projectgebied geparkeerd worden.
Er worden dus voldoende parkeerplaatsen voorzien binnen het project. Nog meer ruimte opofferen aan parkeerplaatsen om aan het maximale worst case scenario te voldoen, zou zelfs negatieve effecten hebben: het leidt tot een onderbenutting van de bestaande infrastructuur in de omgeving, zou ten koste gaan van de oppervlakte van de speelweide, en het maakt het autogebruik zodanig comfortabel, zeker doorheen de week, dat het de modal shift dreigt te bemoeilijken.
De aanwezigheid van een digitaal telbord wijst er niet op dat er zich mobiliteitsproblemen stellen, maar is er net op gericht deze te vermijden. Indien de parking niet gebruikt wordt zoals bedoeld, zal er een oververzadiging optreden, waarbij in voorkomend geval bijkomend en overtollig verkeer geweerd moet worden. Indien dit vaak zou plaatsvinden kunnen er nog flankerende veiligheidsmaatregelen genomen worden.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Er zou een overschrijding van het perceel te Sportpleinstraat 22 plaatsvinden.
De gemeenteraad wenst erop te wijzen dat er geen onteigeningen voorzien worden en er geen onteigeningen voorzien worden, waardoor geen innames van privatieve percelen inbegrepen zijn in de voorliggende aanvraag.
Op het inplantingsplan, en het rooilijnplan, is duidelijk te zien dat de kadastrale perceelsgrens van het perceel gelegen te Sportpleinstraat 22 (nr. 24) niet ingenomen wordt en het projectgebied zich beperkt tot het perceel kadastraal gekend als nr. 109 C6. De haag van nr. 22 (nr. 24) en de ruimere hoek er rond geen deel uitmaken van het projectgebied.
Op plaatsen waar de omwonenden de bestaande afsluiting (die doorgaans op de aangrenzende percelen staat en niet op het projectgebied) ongeschikt achten, kan de gemeente, op verzoek van de aanpalende eigenaars, bekijken wat er mogelijk is.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
De overige punten van bezwaar kunnen hetzij beantwoord worden met de motieven die bij de voorgaande behandeling van de bezwaren geuit worden, hetzij uit de motieven van de bestreden beslissing afgeleid worden.
De bezwaarpunten die geen betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’, zoals de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, de exploitatievergunning van de kantine, … worden niet behandeld door de gemeenteraad wegens een gebrek aan bevoegdheid.
Binnen het kader van de behandeling van de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2022119670 in graad van beroep werd door het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Wezembeek-Oppem, gelet op de aangepaste projectinhoudversie, een openbaar onderzoek georganiseerd van 2 juli 2024 t.e.m. 31 juli 2024.
Gedurende deze periode werden in totaal 17 bezwaarschriften ontvangen.
Overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit is de gemeenteraad gehouden om zich uit te spreken over de bezwaren die betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’. Het is de gemeenteraad niet toegelaten om uitspraak te doen over de elementen die raken aan de ruimtelijke ordening of aan een beoordeling over de vergunningsaanvraag.
De bezwaren worden op volgende samengevatte wijze weergegeven, en behandeld:
○ De aanleg van de nieuwe gemeenteweg en de algemene herinrichting van de sportsite zal aanleiding geven tot milieuhinder, zijnde uitstootgassen, geluidsoverlast, visuele overlast, geurhinder, … en zal tevens aanleiding geven tot een vernietiging van het milieu doordat er verschillende bomen gekapt moeten worden.
De gemeenteraad wenst er in eerste instantie op te wijzen dat het principieel toekomt aan de vergunningverlenende verheid, in deze de provincie Vlaams-Brabant, om zich uit te spreken over de potentiële milieueffecten op projectniveau.
Aangaande de gemeentewegen zelf, de materie die toebehoort aan de ‘zaak van de wegen’, dient opgemerkt te worden dat uit de impactscore aangaande de stikstofuitstoot niet blijkt dat er een risico zal ontstaan op een aantasting van het leefmilieu vanwege de uitstootgassen van de wagens.
Immers ligt o.a. het aantal bijkomende autobewegingen ver onder de de-minimisdrempels zoals door VITO wordt bepaald in de studie “Voertuigemissies en de minimis-normen: een analytische benadering voor wegverkeer”, waardoor geen risico ontstaat voor de nabijgelegen natuurgebieden.
Ook voor de omwonenden lijken er geen risico’s te ontstaan doordat het verkeer beperkt zal blijven tot bestemmingsverkeer, waarbij de aanwezige groenbuffer tussen de wegenis en woningen de nodige buffer zal vormen voor zowel luchtkwaliteit als geur- en geluidshinder. Zoals ook blijkt uit de mer-screeningsnota zoals gevoegd bij het aanvraagdossier.
Enkel ter hoogte van de nieuwe inrit zijn de mogelijkheden beperkt. Hier stellen we voor om de bestaande toestand met bestaande hagen en afsluitingen te behouden, indien de buur hiermee instemt. In het andere geval voorzien we een afsluiting door middel van een tuinscherm met kokosmatten te plaatsen. Dergelijk scherm kan begroeid worden en zorgt tevens voor een verbeterde akoestische werking.
Bovendien blijkt uit de mer-screeningsnota dat er een gedegen onderzoek verricht werd naar de mogelijke geluidsoverlast die zou ontstaan vanwege de wegenisaanpassing waarbij het aangaande de ‘zaak van de wegen’ van belang is op te merken dat gelet op de trage snelheid (<30 km/u) en gelet voertuigen doorheen de jaren ‘stiller’ zijn geworden, er een geluidsvolume van 50dB zou ontstaan door het wegverkeer.
Hetgeen conform de geluidsbelastingskaart, zoals gevoegd in de mer-screeningsnota, lager ligt dan het aanwezige statisch achtergrondniveau waardoor geen toename van de geluidsniveaus zal ontstaan.
Met voorliggend ontwerp werd reeds zo veel mogelijk getracht om de nieuwe gemeenteweg aan te leggen op zo groot mogelijke afstand van de tuinen van de omwonenden, waarbij een alternatief niet mogelijk is. Echter werd voorzien in een zekere afstand tot de woningen waar mogelijk met aanleg van een groenbuffer, zodanig de maximaal mogelijke afstand bewaard wordt tot de achtertuinen, en de geur- en geluidshinder beperkt wordt tot een minimum.
Ter hoogte van de plaatsen waar de groene buffer niet over zijn gehele breedte behouden kan worden, werd getracht deze zo ruim mogelijk te behouden. Echter is dit niet mogelijk gebleken aan de achterzijde van de percelen te Sportpleinstraat 26-32, gelet er een toegang voorzien moest worden tot aan de achtergelegen garages. Niettemin werd zo veel als mogelijk, rekening houdende met de draaicirkels voor de brandweer, getracht een groenbuffer in te richting tussen de sportvelden en de wegenis.
Een andere reden voor de bocht is het bestaan van de hoogstammige bomen ter hoogte van de speelweide. Indien de weg een recht tracé zou behouden van aan de inrit tot aan de parking (dus zonder bocht), zouden al deze bomen moeten worden geveld.
Het klopt dat deze bocht bijdraagt tot de landschappelijke waarde van de weg en een verkeersremmend effect heeft, wat bijkomende voordelen zijn. Het leidt ook tot minder nodeloze verharding ter hoogte van de twee garages, aangezien de weg zo dicht mogelijk tot bij de garages wordt gebracht.
Gelet er ingezet wordt op een modal shift en het verkeer beperkt zal blijven tot enkel bestemmingsverkeer, kan worden aangenomen dat de geur- en geluidshinder beperkt zal worden.
Met de voorliggende herinrichting zullen enkele hoogstammige bomen verdwijnen, doch worden deze waar mogelijk gecompenseerd door onder andere een grote groenbuffer aan te leggen en bomen heraan te planten waar mogelijk. Zo wordt rekening houdende met de noodzaak om de circulatie op voorliggende wijze in te richten maximaal ingezet op het behoud van de aanwezige bomen en de uitbreiding van de houtkant met een boomlaag.
Echter kan geen echt stabiel ecosysteem voorzien worden, gelet op de beperkte ruimte, doch wordt wel ingezet op het creëren van een boom- en struiklaag om de ecologische waardering te behouden. Gelet op deze compensatie treedt er geen achteruitgang op van de groene voorzieningen binnen de sportsite.
Bijkomende schermen zoals geluidspanelen zouden meer dan 2 m hoog moeten zijn om een merkbaar geluiddempend effect te hebben, en dit zou ten koste gaan van het uitzicht en de bezonning van de omliggende tuinzones.
Het bezwaar wordt aldus niet gevolgd.
○ Het project is onrealistisch waarbij de Sportpleinstraat, en de ruimere omgeving, niet geschikt zijn om een project van dergelijke omvang op te nemen. De aanwezigheid van scholen zorgt reeds voor een verkeersdrukte, waarbij uit de herinrichting van de sportsite niet blijkt hoe dit overeenkomstig het Mobiliteitsplan van 18 december 2023 in het teken zou staan van de actieve weggebruiker.
Zoals toegelicht in de motivatie in voorliggend gemeenteraadsbesluit werd de mobiliteitsimpact van het project afdoende ingeschat, waarbij reeds aangestipt moet worden dat de bestaande verkeersdrukte van de aanwezige scholen niet zal overlappen met de drukte die door het project gegenereerd wordt.
Immers vallen de parkeernoden, en bij gevolg ook de mobiliteitsnoden, van de omringende basisscholen en de sportterreinen op andere momenten. Tijdens weekdagen is de school immers gesloten op het ogenblijk dat de hockey/voetbal begint, en in het weekend zijn de scholen reeds gesloten waardoor dit ook geen invloed heeft.
De parkeerplaatsen, en de Sportpleinstraat, zijn ruim voldoende om de parkeer- en mobiliteitsdruk van de scholen op te vangen, waardoor dit geen probleem uitmaakt.
Uit de mobiliteitsstudie zoals uitgevoerd door VECTRIS blijkt dat wanneer ingezet wordt op een ‘modal shift’ 75 parkeerplaatsen ruim boven het aantal benodigde parkeerplaatsen zal komen te liggen, zijnde 68 parkeerplaatsen, waardoor het project op eigen terrein zal kunnen voorzien in de nodige parkeerplaatsen.
Wat de mobiliteitseffecten betreft, moet opgemerkt worden dat uit de mobiliteitsstudie van VECTRIS blijkt, zoals o.a. ook toegelicht bij de motieven in onderhavig gemeenteraadsbesluit, dat enkel tijdens de piekmomenten op zaterdag of zondag in een worst-case scenario boven de verkeersdrukte van 200 pae/u gekomen zal worden.
Echter staat daar tegenover dat op alle andere ogenblikken de Sportpleinstraat adequaat kan voorzien in de ontsluiting van de site, zonder de verkeersleefbaarheid in het gedrang te brengen gelet onder de drempel van 200 pae/u gebleven wordt.
Dat de worst-case piekmomenten een kleine -tijdelijke- overschrijding uitmaken, doet nog geen afbreuk aan de algemene verbetering van de verkeersveiligheid die zal ontstaan, en hetgeen een veel groter positief effect zal hebben dan de beperkte overschrijding van de verkeersleefbaarheid.
Zo wordt wel degelijk een rol toebedeeld aan de actieve weggebruikers doordat het trage wegennetwerk uitgebreid wordt, de nieuwe wegenis ingericht wordt als een karrenspoor in een eenrichtingscirculatie en waarbij er voldoende fietsstallingen voorzien worden. In dergelijke zin wordt tegemoetgekomen aan de noden van de trage weggebruikers, met inbegrip van de buitenmaatse fietsen.
Bovendien voldoet de wegenis aan de inrichtingsnormen voor een BEV conform het vademecum van fietsvoorzieningen van juli 2022 waarbij een eenvormig wegprofiel van 3,00 meter gerealiseerd kon worden, doch de uitwijkstroken verschillen. Deze bedraagt 0,71 meter ter hoogte van de inrit van de site en 1 meter (2x 0,50 meter) doorheen de rest van het projectgebied.
Dat er ter hoogte van de inrit een nauwer wegprofiel aanwezig is, zijnde 0,29m smaller dan doorheen de rest van het projectgebied, is niet van enige impact op de verkeersveiligheid. De minimale breedte van 3 m voor het karrenspoorgedeelte (dus exclusief de uitwijkstroken) blijft immers telkens behouden. Gelet het wegprofiel reeds een verlagend snelheidseffect heeft, er een maximale snelheidslimiet zal gelden van 30 km/u, de zichtbaarheid gegarandeerd wordt en het kruisen van trage weggebruikers ontmoedigd wordt door de inrichting als karrenspoor.
Als zodanig wordt het bezwaar niet gevolgd.
○ Het budget uitgetrokken voor dit project zou onmatig zijn en niet gefocust zijn op de noodzakelijkheden voor de inwoners van de gemeente Wezembeek-Oppem
Deze kritiek heeft geen relevantie betreffende de ‘zaak van de wegen’, doch dient volledigheidshalve opgemerkt te worden dat de herinrichting van de sportsite opgenomen werd in het actieplan zoals gehecht aan het definitief goedgekeurd mobiliteitsplan van 18 december 2023.
Gelet dit mobiliteitsplan tot stand gekomen is met een omvangrijk participatietraject, kan bezwaarlijk voorgehouden worden dat de realisatie van dit project niet zou passen binnen de mobiliteitsnoodzakelijkheden van de gemeente.
Het bezwaar wordt aldus niet gevolgd.
○ Er wordt gevraagd om de inplanting van de boom ter hoogte van de achterzijde van de percelen Sportpleinstraat 26 en 28, ‘nader te bepalen’ tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. In ieder geval moet erover gewaakt worden dat de inplanting geen negatief effect heeft op de toegang tot de parkeerplaatsen.
De gemeenteraad dient erop te wijzen dat zij bevoegd is om zich uit te spreken over bezwaren en/of opmerkingen zoals geuit door het openbaar onderzoek, doch niet op vragen die gesteld worden tijdens het openbaar onderzoek.
Niettemin neemt de gemeenteraad kennis van dit bezwaar, doch moet opgemerkt worden dat er geen redenen zijn om de exacte inplantingslocatie van de boom te wijzigen ten opzichte van de inplanting op het inplantingsplan.
De boom wordt ingeplant binnen de rooilijnen van de nieuw aan te leggen gemeenteweg, waardoor deze bomen zullen vallen onder de beheersbevoegdheid van de gemeente Wezembeek-Oppem op grond van artikel 34 van het Decreet Gemeentewegen.
Daarbij zullen de nodige beheerwerken uitgevoerd worden, rekening houdende met de bepalingen van het burgerlijk wetboek, om de toegankelijkheid van de parkeerplaatsen te garanderen en de toegang tot de gemeentewegen, waaronder de voetweg nr. 44, niet in het gedrang te laten komen.
Het bezwaar wordt aldus niet gevolgd.
○ Een van de bezwaarpunten stelt dat een ruimte die open is voor de gemeenschap vervangen zal worden door een gesloten ruimte voor hockeyspelers. Waarbij een cafetaria op openbare gronden neergeplaatst wordt om winst te maken. Het zou beter zijn om hier andere gemeenschapsvoorzieningen te bouwen, zoals een openbaar zwembad.
De gemeenteraad dient er op te wijzen dat artikel 4, 1ste van het Decreet Gemeentewegen vereist dat wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds in het teken van het algemeen belang moeten staan. Waarbij de wijzigingen verband dienen te houden met een ruimtelijk doordacht wegennet.
De gemeenteraad wenst in dat verband erop te wijzen dat de voorliggende aanpassing van het gemeentelijk wegennet ingegeven is om de toegankelijkheid, bereikbaarheid, doorwaadbaarheid, de verkeersveiligheid en de sociale en recreatieve functie te waarborgen en versterken van de sportsite. Geenszins wordt voorzien in een herinrichting vanuit private doeleinden.
Daarnaast stelt de het bezwaarpunt dat voorzien zou worden in een gesloten ruimte voor de gemeenschap, terwijl een uitgebreide padenstructuur aangelegd zal worden waardoor een trage verbinding ontstaan tussen de Bosweg en de Sportpleinstraat en in het centrale gebied een speeltuin opgericht zal worden. Zodanig in een openbaar toegankelijke ruimte voorzien wordt met een sociale en recreatieve functie.
Door de gemeentewegen op te nemen in een rooilijnplan worden de gronden bezwaard met een openbare erfdienstbaarheid van doorgang, waardoor deze steeds publiek toegankelijk zullen zijn, en geenszins een gesloten ruimte zullen inhouden.
De kritiek dat er beter een andere gemeenschapsfunctie zoals een openbaar zwembad gerealiseerd zou worden in de plaats van hockeyvelden heeft geen relevantie tot de ‘zaak van de wegen’.
Dit bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaarpunt stelt dat een groot waterdoorlatend terrein wordt vervangen door een grondoppervlakte die dit niet kan, waardoor er een probleem inzake de waterhuishouding zal ontstaan.
Zoals toegelicht in de beschrijvende nota en de MER-screeningsnota wordt voorzien in een adequate waterhuishouding met een maximale inzet op infiltratie en waterbuffering, waarbij de nodige wadi’s aangelegd worden.
Uit de documenten van de vergunningsaanvraag blijkt dat de infiltratie en bufferingsnormen behaald worden, en uit het inplantingsplan blijkt dat maximaal ingezet wordt op waterdoorlatende verharding, met afhelling van de oppervlakte die niet waterdoorlatend is zodat het water kan afwateren naar de naastgelegen groenzones.
Gelet hierop wordt er geen impact verwacht op de waterhuishouding en kan dit bezwaar niet gevolgd worden.
○ Een bezwaar stelt dat de verwijdering van oude bomen ecologisch een achteruitgang betekent, waarbij de voetweg nr. 44 in halfverharding aangelegd zou moeten worden terwijl burgers tegels moeten verwijderen voor groen, en waarbij de groenzone tussen de achterkant van de percelen ter hoogte van de Sportpleinstraat 30 tot 36 geen 11 meter bedraagt zoals opgenomen werd in de beschrijvende nota.
De gemeenteraad ziet niet in wat er juist bedoeld wordt, aangezien de aanleg van de voetweg nr. 44 in halfverharding net bijdraagt tot het gebruik van waterdoorlatende materialen en de waterhuishouding van het gebied, met aandacht voor de groene voorzieningen. Daarnaast dient de trage voetweg op een duurzame wijze ingericht te worden, hetgeen niet mogelijk is door louter te voorzien in een aardeweg. Zonder enige duurzame verharding zal de weg immers eroderen.
Het project voorziet in de aanleg van openbare groenvoorzieningen, waaronder een parkgebied, om tegemoet te komen aan de noodzaak om enkele oude bomen te rooien. Het wegenisontwerp zet maximaal in op de groene voorzieningen, waarbij de verharding in de mate van het mogelijke beperkt wordt – hetgeen ook een van de motieven uitgemaakt heeft om te kiezen voor een karrenspoor.
Het klopt dat er enkele oude bomen zullen gerooid worden, maar hiervoor wordt maximaal gecompenseerd door de het aanleggen van een grote groene bufferzone.
De bezwaarindiener kan gevolgd worden wanneer hij stelt dat de groenbuffer geen breedte heeft van 11 meter, gelet dit ter hoogte van deze locatie niet mogelijk was vanwege de verkeersveiligheid en de brandveiligheid. De brandwagens dienen immers te beschikken over een draaicirkel die hen toelaat het projectgebied, en de achtergelegen tuinen, te bereiken. Indien de groenbuffer doorgetrokken zou worden, kan de brandweer niet langs de uitrit van de sportsite ontsluiten naar de achterzijde van de percelen, noch zou een volledige doorgang bereikt kunnen worden langs de bestaande brandweg, waar de inrit gesitueerd zal worden.
De wegenis dient een kromming te vertonen, gelet de brandweer doorgang voor de brandweer te faciliteren, de aanwezige bomen te vrijwaren en een snelheidsremmend effect teweeg te brengen. Bovendien moet ook de toegang tot de achtergelegen parkeerplaatsen van de achtertuinen bewaard worden, hetgeen verbinding met de achtergelegen nieuwe gemeenteweg noodzaakt.
Gelet op het wegenisprofiel is getracht om de groenbuffer in de mate van het mogelijke te behouden, rekening houdende met voornoemde noodzakelijkheden. Bovendien bevindt zich langs de huidige toegang langs beide zijden op het perceel vóór de afsluiting een haag met een breedte van meer dan 60cm en een hoogte van ca 2m. Enkel ter plaatse van de houten afsluiting ontbreekt een stuk haag. Deze zal nieuw aangeplant worden. Aan de achterkanten van de woningen van de Sportpleinstraat is de scheiding met de voetweg momenteel voorzien van een aaneenschakeling van draadafsluitingen en houten schuttingen met een hoogte van 1m tot 2m.
Waar de nieuwe toegang tot de site is voorzien, wordt het pad momenteel afgeboord door een draadafsluiting langs nr 70 en een betonnen borduur langs nr 66. De bestaande haag met een hoogte van ca 3,50m langs deze zijde staat op het perceel van nr 66.Aan de zuidzijde van de site, langs het bestaande kunstgrasveld, bevindt zich een draadafsluiting van 2m tot 2,50m. Deze is over het algemeen in goede staat. Waar nodig zal deze hersteld of vervangen worden.
Als zodanig wordt er voorzien in voldoende buffering en in een adequate afsluiting, waarbij indien hierover nog problemen zouden rijzen samen met de omwonenden besproken kan worden hoe vormgegeven moet worden aan de afsluiting.
Het bezwaar wordt niet gevolgd.
○ De mobiliteitsstudie zou uitgaan van verouderde gegevens, waardoor de werkelijke mobiliteitsimpact schromelijk onderschat wordt. Bovendien ontstaan er veiligheidsrisico’s door het gemengde verkeer.
De mobiliteitsstudie van VBECTRIS dateert van 15 december 2020 en hanteert resultaten van tellingen die uitgevoerd werden in mei en juni 2020. In juni 2020 werd beslist om over te schakelen naar fase 3 van de maatregelen ter afbouw van de coronamaatregelen, waarbij de horeca heropend werd en buitenactiviteiten toegelaten waren.
De maatregelen die actief waren tijdens de maand mei 2020 waren strenger, met ook een lager aantal voertuigbewegingen zoals ook kan blijken uit de tellingen die opgenomen werden in de mobiliteitsstudie zoals uitgevoerd door VECTRIS. Gelet tijdens juni 2020 de horeca heropgestart werd, ontstond er een toename in de verkeersdrukte die – na verloop van tijd – gestabiliseerd is. Waarbij niet blijkt, noch uit enige andere verkeerstellingen zou blijken, dat de verkeerssituatie op heden dermate zou afwijken van de toen opgemeten verkeersdrukte.
De mobiliteitsstudie maakt voornamelijk gebruik van de speelschema's en het aantal spelers, waarbij uitgegaan werd van een bepaald percentage aan autogebruik binnen de modal split. Voor het bepalen van de modal split baseerde het studiebureau zich op cijfers van het richtlijnenboek MOBER van de Vlaamse Overheid (uit 2018, dus voor de corona-epidemie).
Bovendien wordt gesteld dat er geen ‘daling’ van de verkeersdrukte zou ontstaan, hetgeen tegengesproken wordt door de stukken van het aanvraagdossier. Immers wordt er ten opzichte van de bestaande toestand voorzien in een verdubbeling van het aantal parkeerplaatsen, zal het verkeer ontdubbeld worden over twee toegangswegen en zal een elektronisch telbord voorzien worden aan de ingang om de beschikbaarheid van de parkeerplaatsen weer te geven.
Bijgevolg wordt ten opzichte van de bestaande toestand, de verkeersafwikkeling evenredig gespreid over beide toegangswegen en wordt overbodig verkeer, waar mogelijk, geweerd. Een ‘lichte’ daling ten opzichte van de bestaande mobiliteitsimpact, niet intensiteit, lijkt alvast redelijk.
Echter geeft de mobiliteitsstudie, en de mer-screeningsnota, voldoende aan dat de verkeersintensiteit zal stijgen op de ogenblikken dat de sportvelden in gebruik genomen zullen worden. Doch gaat de bezwaarindiener te ver in zijn standpunt door het gehele potentiële ledenbestand te betrekken in de verkeersdrukte.
Zoals immers – terecht – aangegeven in de mobiliteitsstudie zullen er op woensdag 96 spelers aanwezig zijn (4 teams) en op zaterdag/zondag 256 spelers (16 teams). De veldbezetting kan onmogelijk hoger worden, waardoor indien er nog ‘leden’ aanwezig zouden zijn, deze eerder geplaatst kunnen worden onder de supporters die mee zullen aansluiten – en bovendien ook (beperkt) meegerekend werden in de mobiliteitsstudie.
De mobiliteitsstudie is daarbij voornamelijk uitgegaan van de gebruikers van de sportvelden en niet de supporters/externen aangezien aangenomen wordt dat dit zich in eerste instantie zal beperken tot kennissen/familie die met hetzelfde voertuig zullen afreizen naar de sportvelden. Daarnaast kan op heden moeilijk ingeschat worden hoeveel supporters er aanwezig zullen zijn, doch lijkt de mobiliteitsimpact dit eveneens toe te laten. Behoudens de absolute piekmomenten in het weekend, waarbij binnen de hockey- en voetbalclubs afspraken gemaakt zullen moeten worden.
Geenszins zal het gehele ledenbestand aanwezig zijn tijdens de matchen, noch zou blijken dat de kantine – met zijn meer dan 100 zitplaatsen – gebruikt zou worden door andere personen dan diegene die verband houden met de gebruikers van de sportvelden. Het blijft immers een sportkantine verbonden aan de werking van de sportvelden, waardoor het gebruik daarvan door eenieder eerder onwaarschijnlijk lijkt.
Niettegenstaande kan dit op zich wel plaatsvinden, gelet de kantine gelegen is aan een openbare verbinding en meerdere trage verbindingen, doch lijkt de impact zo gering te zijn dat dit eerder verwaarloosbaar is en wellicht hoofdzakelijk beperkt blijft tot buurtbewoners.
Tot slot nog opgemerkt dat de gemeenteweg aangelegd wordt met de principes van een fietsstraat en in de vorm van een beperkt eenrichtingsverkeer, waarbij een gemengd verkeer zal optreden. Overeenkomstig het vademecum voor fietsvoorzieningen van juli 2022 vormt gemengd verkeer het ‘standaardprofiel’ uit bij snelheden gelijk of lager aan 30 km/u en wanneer het gemotoriseerd verkeer lager ligt dan 1000/etmaal of het fietsverkeer lager is dan 500/etmaal. Waarbij, gelet op de resultaten van de mobiliteitsstudie, beide normen niet behaald worden.
De voorliggende inrichting met gemengd verkeer vormt geen veiligheidsrisico, te meer de inrichting als karrenspoor de verkeerssnelheid tempert, het wegprofiel de zichtbaarheid garandeert en de weggebruikers een voorzichtigere houding zullen aannemen.
De mogelijke conflictpunten zijn gecentreerd rond de gebieden waar de wegenis samenkomt met andere paden, waaronder de aansluiting op de Sportpleinstraat en op de trage verbindingen zoals voorzien binnen het projectgebied. Wat de aansluiting op de Sportpleinstraat betreft moet opgemerkt worden dat deze thans langs het westelijke deel ingericht is als fietsstraat, waar fietsers voorrang hebben. Gelet hierop wordt de snelheid reeds aanzienlijk verlaagd, waardoor de mogelijke conflicten tot een minimum beperkt worden.
Echter lijkt er daarnaast voldoende zichtbaarheid gegarandeerd te kunnen worden ter hoogte van de Sportpleinstraat doch ook binnen het projectgebied zelf. De trage weggebruikers hebben immers steeds zicht op het aankomende verkeer, waardoor conflicten vermeden worden. Wanneer dit echter onvoldoende zou blijken kunnen nog flankerende maatregelen genomen kunnen worden om de zichtbaarheid te verbeteren.
Tot slot moet opgemerkt worden dat de toegankelijkheid voor trage weggebruikers een van de hoofddoelstellingen vormt bij het voorliggende tracé, waarbij tevens ook voldoende aandacht besteed werd aan de toegankelijkheid voor mindervaliden. Dit door reeds voorbehouden parkeerplaatsen dicht bij de inrit en de kantine te voorzien en door anderzijds te voorzien in ‘doorsteken’ tussen de karrensporen, zodanig beide sporen voldoende toegankelijk zijn.
Als zodanig worden niet meteen enige conflicten voorzien binnen het projectgebied, waardoor dit bezwaar niet gevolgd kan worden.
○ Een bezwaarpunt stelt dat de groenbuffer onvoldoende breed is, de samenstelling ervan onduidelijk is en er geen visueel scherm aanwezig is voor de achtergelegen tuinen van de woningen.
Aangaande de breedte van de groenbuffer kan verwezen worden naar de behandeling van de voorgaande bezwaren, aangezien het vanuit de verkeersveiligheid niet opportuun was om de nieuwe gemeenteweg louter ‘door te trekken’. Zo worden voertuigbewegingen door de brandweer beperkt.
Mede daarom werd er geopteerd om het tracé licht te laten buigen ter hoogte van de percelen te Sportpleinstraat 26-32.
Niettemin is getracht om waar mogelijk de buffer te behouden, waarbij wel in een buffer voorzien wordt tussen de sportvelden en de wegenis, waardoor de visuele aspecten van de sportvelden verhinderd worden. Voor de wegenis was dit niet mogelijk, doch werd de impact eerder gering beschouwd gelet op de achtergelegen bebouwing waar de parkeerplaatsen zich bevinden, hetgeen een visuele buffer uitmaakt.
Indien nodig kunnen er navolgend nog maatregelen genomen worden om dit te garanderen.
De concrete invulling van de groenbuffer en de openbare groenvoorzieningen zal gebeuren in een latere gemeenteraadszitting. Voor wat betreft de ‘zaak van de wegen’ volstaat het om te weten waar de groenzones ingericht zullen worden en uit welke soorten deze zouden bestaan, hetgeen in de beschrijvende nota (en in de mer-screeningsnota) voldoende toegelicht wordt.
Gelet hierop wordt het bezwaar niet gevolgd.
○ Een bezwaarpunt stelt dat er achter de percelen gelegen te Sportpleinstraat 34 en 36 een kleedkamer ingericht zal worden, met visuele en auditieve hinder tot gevolg.
Dit bezwaarpunt gaat uit van een verkeerde voorstelling, aangezien in de huidige bestaande toestand reeds kleedkamers aanwezig zijn achter de percelen gelegen te Sportpleinstraat 34 en 36 doch deze gesloopt zullen worden.
In de plaats komt een groenbuffer die de nodige visuele en auditieve hinder zal opvangen. Bijkomende schermen zoals geluidspanelen zouden meer dan 2 m hoog moeten zijn om een merkbaar geluiddempend effect te hebben, en dit zou ten koste gaan van het uitzicht en de bezonning van de omliggende tuinzones.
Het bezwaar kan niet gevolg worden.
○ Een bezwaar stelt dat er een verhoogd risico op vandalisme en diefstal zal ontstaan.
Er moet opgemerkt worden dat de voorliggende inrichting voorziet in voldoende grote bufferzones, waardoor de toegang tot de achtergelegen tuinzones reeds bemoeilijkt wordt.
Daarnaast dient opgemerkt te worden dat deze kritiek raakt aan de kwestie van de handhaving van de openbare orde, hetgeen buiten de voorliggende beoordeling aangaande de ‘zaak van de wegen’ valt.
Indien zulks vereist zou zijn, zullen er te gepaste tijde de gepaste politionele maatregelen genomen worden moest toch blijken dat er zich enige risico’s voordoen.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaar stelt dat de groenbuffer ontbreekt ter hoogte van de achterkant en zijkant van het goed Sportpleinstraat 24 en dit niet ‘afgewenteld’ kan worden op de aangelande percelen.
De gemeenteraad wenst te verwijzen naar de eerdere uiteenzetting aangaande groenbuffer waarbij getracht werd deze overal zo breed mogelijk te voorzien.
Echter, zoals ter hoogte van het perceel te Sportpleinstraat 24, is het niet mogelijk om deze groenbuffer volledig rondom het perceel door te trekken aangezien zulks tot gevolg heeft dat de voetweg nr. 44 eveneens mee aangepast zou moeten worden in zijn tracé, hetgeen een invloed zou hebben op de zichtbaarheid op de nieuwe wegenis.
Bovendien zou dit ook tot gevolg hebben dat de bocht ter hoogte van de achterzijde van het perceel te Sportpleinstraat 24 ruimer ingetekend moet worden, wat dan weer aanleiding geeft tot het hertekenen van de bufferzone aan de rechterzijde van het project.
De wijziging van de voetweg nr. 44 is niet mogelijk, waardoor de afsluiting tussen de wegenis en de aangelanden zal dienen als buffer voor enige hinder die zou ontstaan. Er worden geen wijzigingen voorzien aan bestaande hagen en perceelafsluitingen.
Op plaatsen waar de omwonenden de bestaande afsluiting (die doorgaans op de aangrenzende percelen staat en niet op het projectgebied) ongeschikt achten, kan de gemeente, op verzoek van de aanpalende eigenaars, bekijken wat er mogelijk is. Vandaar de zin 'afwerking afsluiting in samenspraak tussen gemeente en bewoners'.
In voorkomend geval zal er aldus een overleg plaatsvinden op welke wijze aan deze buffer uitvoering gegeven kan worden.
Tot slot dient er op gewezen te worden dat er op dit moment ook geen enkele groenbuffer aanwezig is langs de bestaande toegangsweg, die zowel als inrit als uitrit wordt gebruikt.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaar stelt dat de modal shift niet haalbaar is doordat gemotoriseerd verkeer niet voldoende ontmoedigd wordt.
Een modal shift zal, in tegenstelling tot wat het bezwaar lijkt te willen stellen, niet enkel gerealiseerd worden door gemotoriseerd verkeer te ontmoedigen, doch door ook (en vooral) in te zetten op de actieve weggebruiker en een fietsvriendelijke infrastructuur te voorzien.
Het gemotoriseerd verkeer wordt niet geweerd, doch wordt dit wel in de mate van het mogelijke beperkt – dit door te voorzien in een karrenspoor, in een digitaal telbord vooraan de inrit, in een beperkt eenrichtingsverkeer en in een lagere verkeerssnelheid.
Daarnaast wordt ingezet op de trage weggebruikers door te voorzien in meerdere trage verbindingen, een uitgebreide padenstructuur, een inrichting ‘volgens de principes van een woonstraat’ waarbij zo veel als mogelijk de aandacht geplaatst wordt op de fietser(s) en er voldoende fietsenstallingen voorzien worden.
Gelet op deze maatregelen valt niet in te zien hoe de modal shift onrealistisch zou zijn.
Het bezwaar kan niet worden gevolgd.
○ De zaak der wegen is een onderdeel van de milieuvergunningsaanvraag en voldoet niet aan de substantiële vormvereisten omdat ze in strijd is met de doelstellingen en principes van artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen.
In voorliggende beslissing over de ‘zaak van de wegen’ conform artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet en conform artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit wordt in voorliggende beslissing rekening gehouden met de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen.
In het motiverend gedeelte wordt expliciet ingegaan op de principes en doelstellingen en wordt toegelicht waarom de voorliggende herinrichting van het gemeentelijk wegennet in het teken van het algemeen belang staat, de verkeersveiligheid en ontsluitingsgraad in acht worden genomen en voldoende motieven aangereikt worden.
Bovendien wordt ook een beoordeling gemaakt van de overeenstemming met de voorliggende herinrichting van de sportsite met het gemeentelijk Mobiliteitsplan dat goedgekeurd werd op 18 december 2023.
Als zodanig bevat de voorliggende beslissing voldoende motieven die aantonen dat het aangevraagde in overeenstemming is met de principes en doelstellingen van het Decreet Gemeentewegen.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaar stelt dat de mer-screeningsnota onvoldoende accuraat opgesteld werd en de mobiliteitsstudie onregelmatigheden zou bevatten. Zo zou ook de stikstofimpact niet adequaat begroot zijn, gelet op de ruime onderschatting van de mobiliteit.
De gemeenteraad dient eraan te herinneren dat zij enkel bevoegd is om kennis te nemen van bezwaren die handelen over de ‘zaak van de wegen’, waarbij het niet aan de gemeenteraad toekomt om zich uit te spreken over de al dan niet volledigheid van de mer-screeningsnota of de mobiliteitsstudie. Dergelijke beoordeling komt uitsluitend toe aan de bevoegde vergunningverlenende overheid.
Wat de gemeenteraad echter wel kan vaststellen is dat de inhoud van de mer-screeningsnota en de mobiliteitsstudie niet als kennelijk onredelijk overkomen. Hetgeen reeds in de behandeling van de overige bezwaren toegelicht werd, waarbij niet aangetoond kan worden dat de gegevens van 2020 verouderd zouden zijn, noch er op een onredelijke wijze rekening gehouden werd met bepaalde voertuigbewegingen.
De mobiliteitsstudie gaat immers uit van een gebruik van de sportvelden, en niet van het aantal aangesloten leden bij de hockeyclub. Waarbij de mobiliteitsstudie een analyse maakt van de verkeersdrukte die ontstaat door de veldbezetting. Hetgeen niet onredelijk lijkt, aangezien aangenomen kan worden dat enkel de teamspelers die op het betreffende ogenblik dienen te spelen, dan ook aanwezig zijn – en de overige spelers pas later zullen aansluiten.
Bovendien blijkt niet dat het autogebruik, waarvan sprake in het duurzaamheidsscenario (de modal shift) in de mobiliteitsstudie, een grove onderschatting zou uitmaken. Dit aangezien de mobiliteitsstudie enkele voorbeelden aanhaalt die aantonen dat de modal shift wel degelijk haalbaar is.
Bovendien werd reeds gesteld dat er louter bestemmingsverkeer zal plaatsvinden, waardoor de mogelijkheid dat ‘derden’ gebruik zullen maken van de sportkantine eerder gering zal zijn.
Tot slot wat het gebruik van de speelweide betreft, dient er op te worden gewezen dat deze voorzien wordt voor de buurtbewoners, de gebruikers van de sportinfrastructuur en de kinderen die schoollopen in de Bosweg. In principe kan natuurlijk iedereen de speelweide betreden, maar er wordt qua inrichting niets voorzien dat aantoont dat de gemeente een breder doelpubliek wenst te lokken (vb. verschillende grootschalige speeltoestellen). Net zoals er op het grondgebied van de gemeente verschillende speelzones verspreid zijn, die in eerste instantie voor buurtbewoners bedoeld zijn, en waar de bijkomende automobiliteit verwaarloosbaar is.
De verkeersintensiteit die door eventuele bijkomende bezoekers van de speelweide zal gegenereerd worden is bovendien verwaarloosbaar ten opzichte van de verkeersintensiteit die zal ontstaan door het gebruik van de sportvelden.
Als zodanig lijken de mobiliteitseffecten hiervan niet een zodanige grootorde aan te nemen dat de vaststellingen van de mobiliteitsstudie kennelijk onredelijk zouden zijn, noch blijkt dat de mer-screeningsnota kennelijk onredelijk zou zijn.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Een bezwaarpunt stelt voor om in een alternatief tracé te voorzien, onder andere van de Sportpleinstraat naar de Bosweg.
De gemeenteraad wenst in eerste instantie te verwijzen naar het alternatievenonderzoek dat uitgevoerd werd in de mobiliteitsstudie van VECTRIS en de toelichting hierover die in de voorliggende beslissing opgenomen werd.
Daaruit blijkt dat het vanuit mobiliteitsoogpunt aangeraden werd om de verkeersontsluiting te ontdubbelen, doch is een scenario met de Bosweg als in – of uitrit niet gewenst, aangezien de trage verbinding voor het schoolverkeer zal verdwijnen op deze wijze.
Bovendien ontbreekt de nodige ruimte om dit te realiseren, aangezien een onredelijke verzwaring zou optreden voor de Franstalige gemeentelijk basisschool vanwege bijkomende innemingen, die tot slot de verkeersveiligheid niet ten goede zouden laten komen.
Als zodanig heeft een tracé met meerdere bestaande trage verbindingen, waaronder tussen de Sportpleinstraat en de Bosweg voorkeur op een tracé waarbij de trage verbinding tussen de Sportpleinstraat en de Bosweg verdwijnt. Hetgeen bovendien niet in overeenstemming zou zijn met de doelstelling van het gemeentelijk Mobiliteitsplan om een trage wegennetwerk te behouden en te versterken waar mogelijk aangezien deze bijdragen tot het opzet om actieve weggebruikers een plaats te bieden in het gemeentelijk wegennet.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Er worden onvoldoende maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te garanderen en er werd geen advies gevraagd aan een externe veiligheidsinstantie.
Het klopt dat de mobiliteitsstudie van VECTRIS aanraadt om bijkomende flankerende maatregelen te nemen, waaronder het verplaatsen van de fietsenstalling, het optimaliseren van de zichtbaarheid, indien mogelijk het verkeer maximaal scheiden op de toegangswegen, het invoeren van een zone 30 en enkele verplichtingen die opgenomen moeten worden door de hockeyclub(s).
Echter moet opgemerkt worden dat de zone 30 uitgebreid zal worden tot het projectgebied, de fietsenstallingen dicht bij de cafetaria geplaatst werden en voorzien wordt in een voldoende hoeveelheid. Bovendien wordt waar mogelijk de zichtbaarheid geoptimaliseerd waarbij later, indien nodig, nog overleggen zullen plaatsvinden met de private percelen aangaande de aanwezig hagen en/of afsluitingen.
Het verkeer wordt waar mogelijk maximaal gescheiden door te voorzien in een padenstructuur en te voorzien in een karrenspoor. Waarbij de maatregelen die betrekking hebben op de hockeyclubs ook nog in een later stadium uitgevoerd zullen worden.
Daarnaast werd ook ingezet op het snelheidsremmend effect van de inrichting als een karrenspoor met beperkt eenrichtingsverkeer, waarbij het wegprofiel tevens het gemotoriseerd verkeer zal dwingen om voorzichtiger en trager te rijden.
Als zodanig werden voldoende maatregelen geïncorporeerd in het project zullen er later, indien nodig, nog bijkomende flankerende maatregelen genomen worden. Dat een advies van een veiligheidsinstantie zou ontbreken doet nog geen afbreuk aan de veiligheidsmaatregelen die genomen worden en die ertoe leiden dat de verkeersveiligheid wel degelijk gegarandeerd wordt, zoals toegelicht in voorliggende beslissing.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Op de parking worden vier verlichtingspalen van 5 m hoog voorzien, dit zal een onaanvaardbare hinder creëren naar de omwonenden.
De parking wordt voorzien om te worden opgenomen bij het openbaar domein en zal voor de verkeersveiligheid moeten worden verlicht. Bovendien werd er een lichtstudie gevoegd bij het aanvraagdossier en werd dit mee opgenomen in de mer-screeningsnota.
Het bestuur zal zich er toe engageren om samen met Fluvius te bekijken wat de opties zijn om de impact van de verlichting voor de omwonenden te beperken (vb. lagere palen), en dit tegen een volgende gemeenteraadszitting, waar het volledige bestek zal worden goedgekeurd.
Het bezwaar wordt niet gevolgd.
○ Aan de parking wordt voorzien in een groenbuffer ten opzichte van de naastgelegen percelen, doch zal er geluids- en visuele hinder optreden.
Het is vanuit ruimtelijk oogpunt niet onlogisch om de parking uit te breiden op die plaats, die momenteel valt te omschrijven als 'restruimte' waar ook volgens de bezwaarindieners zeer weinig mensen komen. De enige andere mogelijkheid om de parking uit te breiden, zou ten koste gaan van de speelweide, terwijl dit toch een belangrijke publieke meerwaarde biedt binnen het project.
De aanvraag voorziet in een groenbuffer in de vorm van een haag met de omringende percelen. Waarbij er tevens eveneens een afsluiting aanwezig is op de private percelen, waardoor de visuele hinder zo sterk als mogelijk vermeden wordt.
De inplanting van bomen of groenschermen is niet aangeraden aangezien dit (i) een negatief effect zal hebben op het uitzicht vanaf de tuinen, (ii) een effect heeft inzake de bezonning van de terreinen en (iii) mogelijks schade zal teweegbrengen aan de aanwezige afsluitingen (de inplanting van bomen).
Wat de geluidshinder betreft is de mer-screeningsnota hierin duidelijk, waarbij geen toename van de geluidshinder verwacht wordt.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Het project zou beschikken over onvoldoende parkeerplaatsen, waarbij de installatie van een digitaal telbord er reeds op wijst dat er te weinig parkeerplaatsen voorzien worden.
Tot slot wat de mobiliteitsimpact betreft, voorziet de parking die gerealiseerd zal worden binnen de rooilijnen in 75 parkeerplaatsen, verdeeld over 4 voorbehouden parkeerplaatsen, 4 Kiss&Ride parkeerplaatsen en 67 parkeerplaatsen aan de noordelijke zijde van de sportsite.
Ten eerste dient erop gewezen te worden dat de aanvraag uitgaat van 75 parkeerplaatsen, inbegrepen de 4 Kiss&Ride parkeerplaatsen die voorzien worden. Die tevens gebruikt zullen worden als parkeerplaats tijdens het bezetten van de sportvelden, als wanneer de sportactiviteiten tot een halt komen. Waardoor deze wel degelijk meegeteld kunnen worden.
De mobiliteitsstudie concludeert dat er een stijging van de parkeervraag verwacht wordt tot 47 parkeerplaatsen in de week en tot 63-75 parkeerplaatsen op zaterdagen. In een worst-case scenario met matchen van de eerste ploegen en een cafetariaevenement zou dit kunnen stijgen tot 91 plaatsen. Dit is per definitie niet de 'gewone' toestand en kan in principe vermeden worden mits goede organisatie.
Niettemin moet opgemerkt worden dat uit de mobiliteitsstudie van VECTRIS blijkt dat vanwege de modal shift, die realiseerbaar is, voorzien dient te worden in een totaal van 68 parkeerplaatsen om tegemoet te komen aan de parkeerdruk. Echter worden er 75 parkeerplaatsen voorzien, zelfs 71 minus de vier Kiss&Ride parkeerplaatsen, waardoor de vooropgestelde parkeernorm behaald wordt.
Gelet de parkeerplaatsen voornamelijk bedoeld zijn voor de spelers van de sportvelden en het schoolverkeer gedurende de weekdagen, is het niet de bedoeling dat de supporters en externen deze parking zouden gaan gebruiken in plaats van de spelers. Daarnaast zijn er andere verkeersmodi beschikbaar om de sportsite te bereiken waaronder het openbaar vervoer, de fiets en te voet.
In uiterste noodzaak, en indien de supporters en externen toch met het gemotoriseerd vervoer dienen te komen, kan in de buurt van het projectgebied geparkeerd worden.
Er worden dus voldoende parkeerplaatsen voorzien binnen het project. Nog meer ruimte opofferen aan parkeerplaatsen om aan het maximale worst case scenario te voldoen, zou zelfs negatieve effecten hebben: het leidt tot een onderbenutting van de bestaande infrastructuur in de omgeving, zou ten koste gaan van de oppervlakte van de speelweide, en het maakt het autogebruik zodanig comfortabel, zeker doorheen de week, dat het de modal shift dreigt te bemoeilijken.
De aanwezigheid van een digitaal telbord wijst er niet op dat er zich mobiliteitsproblemen stellen, maar is er net op gericht deze te vermijden. Indien de parking niet gebruikt wordt zoals bedoeld, zal er een oververzadiging optreden, waarbij in voorkomend geval bijkomend en overtollig verkeer geweerd moet worden. Indien dit vaak zou plaatsvinden kunnen er nog flankerende veiligheidsmaatregelen genomen worden.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
○ Er zou een overschrijding van het perceel te Sportpleinstraat 22 plaatsvinden.
De gemeenteraad wenst erop te wijzen dat er geen onteigeningen voorzien worden, waardoor geen innames van privatieve percelen inbegrepen zijn in de voorliggende aanvraag.
Op het inplantingsplan, en het rooilijnplan, is duidelijk te zien dat de kadastrale perceelsgrens van het perceel gelegen te Sportpleinstraat 22 (nr. 24) niet ingenomen wordt en het projectgebied zich beperkt tot het perceel kadastraal gekend als nr. 109 C6. De haag van nr. 22 (nr. 24) en de ruimere hoek er rond geen deel uitmaken van het projectgebied.
Op plaatsen waar de omwonenden de bestaande afsluiting (die doorgaans op de aangrenzende percelen staat en niet op het projectgebied) ongeschikt achten, kan de gemeente, op verzoek van de aanpalende eigenaars, bekijken wat er mogelijk is.
Het bezwaar kan niet gevolgd worden.
De overige punten van bezwaar kunnen hetzij beantwoord worden met de motieven die bij de voorgaande behandeling van de bezwaren geuit worden, hetzij uit de motieven van de bestreden beslissing afgeleid worden.
De bezwaarpunten die geen betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’, zoals de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, de exploitatievergunning van de kantine, … worden niet behandeld door de gemeenteraad wegens een gebrek aan bevoegdheid.
Financieel advies
De nodige kredieten werden voorzien in het budget van het meerjarenplan.
BESLUIT:
Stemming: 8 stemmen voor: Frédéric Petit, Béatrice Bernard, Dominique Matthys-Reyniers, Marie Paquot, Olivier Mingers, Alexandre Franck, Geraldine Lamoureux en Michel Lievens 11 stemmen tegen: Fabienne Mineur-Boucau, Jan Walraet, Jean-Pierre Butaye, Stéphane Bodart, Wim Peeters, Zeynep Gorgu, Bernadette De Broux-Vervloet, Anne Bens-Sterkmans, Emmanuel Froidbise, Ronald Probst en Robert De Lille |
Artikel 1: Kennis te nemen van de ingediende bezwaarschriften.
Artikel 2: Het wegtracé niet goed te keuren, volgens het rooilijnplan in bijgaande omgevingsvergunningsaanvraag.
Artikel 3: De uitrusting zoals aangeduid op het inplantingsplan niet goed te keuren.